Besluit van den 14 November 1827, betrekkelijk het beheer van gelden en goederen van zeelieden, die, ter koopvaardij uitvarende, op de reis komen te overlijden of vermist raken

Besluit beheer van gelden en goederen van zeelieden, die, ter koopvaardij uitvarende, op de reis komen te overlijden of vermist raken

Wij WILLEM, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, Groot-Hertog van Luxemburg, enz., enz., enz.
Gezien de rapporten Onzer Ministers van Binnenlandsche Zaken en van Justitie, alsmede van het Amortisatie-Syndicaat, op een verzoek van het weldadig zeemans fonds te Amsterdam, omtrent de gelden en goederen van zeelieden, die ter koopvaardij zijn uitgevaren, en op de reis zijn overleden of vermist geraakt;
Den Raad van State gehoord;
Gezien het nader rapport van Onzen Minister van Justitie, van den 24 Augustus l.l., n°. 43;

Den Raad van State nader gehoord;

Artikel

1

Artikel

2

Voor zoo verre de overledene, achtergeblevene of vermiste schepelingen, buitenlanders of vreemdelingen mogten geweest zijn, van wier natie zich hier te lande een konsul of ander agent bevindt, zal van het overlijden, achterblijven of vermissen, aan den konsul of agent worden kennis gegeven door den waterschout, wanneer zich zoodanig ambtenaar op de plaats der aankomst van het vaartuig bevindt, of anderzins door het gemeentebestuur van zoodanige plaats, ten einde het overlijden, achterblijven of vermissen worde gebragt ter kennisse der belanghebbenden, en ten einde deze tot het doen der vereischte reclames in staat te stellen.

Artikel

3

De waterschouten of bij ontbreken van dezelve, de gemeentebesturen, zullen mede aan de ambtenaren van het domein doen toekomen een uittreksel uit de monsterrol voor zoo veel betreft de overledene, achtergeblevene of vermiste schepelingen, en zullen daarbij vermelden of de erfgenamen, representanten of andere belanghebbenden al dan niet bekend zijn en wie als zoodanig zijn opgegeven.

Artikel

4

Insgelijks zullen in de kas der geregtelijke consignatien worden overgebragt alle van vroegeren tijd nog aanwezige gelden en goederen van den voorz. aard, naar welke door de ambtenaren van het domein de vereischte nasporingen zullen worden gedaan; zullende de waterschouten, gemeentebesturen en alle andere autoriteiten daaromtrent aan die ambtenaren op hunne aanvrage alle mogelijke inlichtingen geven.

Onze Ministers van Justitie, van Binnenlandsche Zaken en van Financiën, alsmede de Permanente Commissie uit het Amortisatie-Syndicaat, zijn belast met de uitvoering van dit besluit, hetwelk in het Staatsblad zal worden geplaatst.

Gegeven te 's-Gravenhage
WILLEM.
Van wege den Koning, J. G. DE MEY VAN STREEFKERK.
De Secretaris van Staat, J. G. DE MEY VAN STREEFKERK.