Wet van 6 mei 1878, houdende bepalingen omtrent de beëedigde vertalers

Wet beëedigde vertalers

Wij WILLEM III, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, Groot-Hertog van Luxemburg, enz., enz., enz.
Allen, die deze zullen zien of hooren lezen, salut! doen te weten:
Alzoo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenschelijk is bij de wet bepalingen vast te stellen omtrent de beëedigde vertalers;

Zoo is het, dat Wij, den Raad van State gehoord en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel

1

Hij, die bevoegd is tot het geven van middelbaar onderwijs in een of meer vreemde talen, wordt op zijn verlangen door de arrondissements-regtbank zijner woonplaats als vertaler voor een of meer dier talen beëedigd, wanneer hij tevens voldoende blijken geeft van kennis der Nederlandsche taal, ter beoordeeling van de regtbank, en een verklaring omtrent het gedrag, als bedoeld in artikel 28 van de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens, overlegt.

Artikel

2

Ook anderen dan de in art. 1 genoemde worden, op hun verlangen, door de arrondissements-regtbank hunner woonplaats als vertaler voor een of meer talen beëedigd, wanneer zij voldoende blijken geven van kennis van die taal of talen en van de Nederlandsche taal, ter beoordeeling van de regtbank, en een verklaring omtrent het gedrag, als bedoeld in artikel 28 van de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens, overleggen.

Artikel

3

Artikel

4

De legalisatie der handteekening van den beëedigden vertaler op door hem als zoodanig uitgegeven stukken geschiedt, indien zij vereischt of door belanghebbenden verlangd wordt, door de voorzieningenrechter van de rechtbank, voor welke hij den eed heeft afgelegd, of, bij verandering van woonplaats, door de voorzieningenrechter van die rechtbank van het arrondissement, waartoe zijne nieuwe woonplaats behoort, mits hij, met vertooning zijner acte van toelating, ter griffie van die rechtbank zijne handteekening heeft nedergelegd.

Artikel

5

De acte van toelating geeft de bevoegdheid om in het geheele Rijk als beëedigd vertaler op te treden voor de taal of talen, in de acte vermeld.

Artikel

6

Artikel

7

Artikel

8

Lasten en bevelen, dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst, en dat alle Ministeriële Departementen, Autoriteiten, Collegien en Ambtenaren, wien zulks aangaat, aan de naauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te Amsterdam
WILLEM.
De Minister van Justitie, H. J. SMIDT.
De Minister van Justitie, H. J. SMIDT.