Artikel
1
1
De koopman, bedoeld in artikel 439, n°. 2, van het Wetboek van Strafrecht, is verplicht een register te houden, waarvan de bladen van een doorloopend nommer zijn voorzien en door den burgemeester of den commissaris van politie zijner woonplaats worden gewaarmerkt.
2
In dit register zal door hem, onmiddellijk nadat de goederen door hem in ontvang zijn genomen, aanteekening worden gedaan van iederen koop, iedere inruiling, aanneming als geschenk, in pand, gebruik of bewaring van goederen, behoorende tot de kleeding, uitrusting of wapening van een krijgsman beneden den rang van officier, alsmede van zoodanige goederen, welke hij voor een krijgsman beneden den rang van officier verkoopt, ruilt, ten geschenke, in pand, gebruik of bewaring geeft.
3
De inschrijving geschiedt zonder witte vakken, gapingen of tusschenruimten, met aanduiding van den dag waarop, van den persoon van wien, of van den verkoop op openbaar gezag, waarbij de goederen verkregen zijn.
4
De toestemming, door of vanwege den bevelvoerenden officier, waar zij vereischte is, verleend, wordt aan het register gehecht.
5
De bedoelde koopman zal tevens in het register aanteekenen, op dezelfde wijze als in het derde lid van dit artikel is voorgeschreven, aan wien en op welken dag goederen, als in het tweede lid zijn vermeld, voor zich zelven of namens zijnen lastgever door hem zijn verkocht, verruild, in pand gegeven of op eenige andere wijze met zijn medeweten of door zijn toedoen uit zijn bezit zijn geraakt.