Wet van 23 mei 1899, tot opheffing van belemmeringen bij de uitvoering van werken, in het openbaar belang bevolen of ondernomen, uit bepalingen van verordeningen voortspruitende

Belemmeringenwet Verordeningen

Wij WILHELMINA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.
Allen, die deze zullen zien of hooren lezen, saluut! doen te weten:
Alzoo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is regels te stellen tot opheffing van belemmeringen bij de uitvoering van werken in het openbaar belang bevolen of ondernomen, uit bepalingen van verordeningen voortspruitende;

Zoo is het, dat Wij, den Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel

1

Artikel

2

Artikel

3

Weigert het in de artt. 1 en 2 aangewezen bestuur de ontheffing of de vergunning te verleenen, blijft het in gebreke op de aanvrage daartoe van den belanghebbende te beslissen binnen een termijn, op diens verzoek te stellen door Gedeputeerde Staten van de provincie, waarin het werk of de handeling moet worden verricht, of stelt het voorwaarden in strijd met de voorgaande artikelen, dan kunnen Gedeputeerde Staten op aanvrage van den belanghebbende de verlangde ontheffing of vergunning, zoo noodig onder voorwaarden overeenkomstig de voorgaande artikelen, verleenen.

Artikel

4

Vervallen

Artikel

5

De voorgaande artikelen zijn mede van toepassing wanneer ten behoeve van een werk of handeling ontheffing van de bepaling van een gemeente- of waterschapsverordening, of een daarbij gevorderde vergunning nodig is ter uitvoering van een openbaar werk dat door de raad onderscheidenlijk het college van burgemeester en wethouders van een gemeente of door het bestuur van een waterschap is bevolen en waarvan het openbaar belang door Ons is erkend.

Artikel

6

Strijdt het werk of de handeling, in art. 1 of in art. 5 bedoeld, met de bepaling eener provinciale verordening, dan wordt de ontheffing door de Gedeputeerde Staten verleend en zulks onder geen andere voorwaarden dan die welke op grond van die ontheffing in het provinciaal belang moeten worden gesteld.

Artikel

7

Wordt voor dat werk of die handeling krachtens eene provinciale verordening de vergunning of de goedkeuring eener vergunning van eenig bestuur, in art. 2 bedoeld, van de Provinciale Staten of van Gedeputeerde Staten gevorderd, dan wordt die door hen verleend, en zulks onder geen andere voorwaarden dan die, welke op grond van die vergunning of goedkeuring in het belang van de gemeente, het waterschap, het veenschap of den veenpolder of in het provinciaal belang moeten worden gesteld.

Artikel

8

Artikel

9

Deze wet kan worden aangehaald onder den naam "Belemmeringenwet Verordeningen".

Lasten en bevelen, dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst, en dat alle Ministerieele Departementen, Autoriteiten, Colleges en Ambtenaren, wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te Königswinter
WILHELMINA.
De Minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid, C. LELY.
De Minister van Binnenlandsche Zaken, H. GOEMAN BORGESIUS.
De Minister van Justitie, CORT V. D. LINDEN.