Wet van 27 april 1912, tot regeling van het armbestuur, voor zover het de artikelen betreft, welke ingevolge art. 85 lid 1 van de Wet van 13 juni 1963, Stb. 284, houdende nieuwe regelen betreffende de verlening van bijstand door de overheid, niet op 1 januari 1965 zijn vervallen

Rompwet instellingen van weldadigheid

Wij WILHELMINA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz, enz, enz.
Allen, die dezen zullen zien of hooren lezen, saluut! doen te weten:
Alzoo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenschelijk is een nieuwe regeling van het armbestuur vast te stellen;

Zoo is het, dat Wij, den Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Hoofdstuk

I

Algemeene bepalingen

Artikel

1

Artikel

2

Deze wet onderscheidt:

  • a.

    instellingen ener kerkelijke gemeente, vanwege die kerkelijke gemeente geregeld en bestuurd;

  • b.

    instellingen, door bijzondere personen of bijzondere, niet kerkelijke, verenigingen of stichtingen geregeld en bestuurd;

Artikel

3

Vervallen

Artikel

4

Vervallen

Artikel

5

Vervallen

Artikel

6

Artikel

7

Artikel

8

Vervallen

Artikel

9

Vervallen

Artikel

10

Vervallen

Artikel

11

Vervallen

Artikel

12

Vervallen

Artikel

13

Artikel

14

Vervallen

Artikel

15

Vervallen

Artikel

16

Vervallen

Hoofdstuk

II

Van de burgerlijke en de gemengde instellingen

Artikel

17

Vervallen

Artikel

18

Vervallen

Artikel

19

Vervallen

Artikel

20

Artikel

20bis

Artikel

20ter

Artikel

20quater

Artikel

20quinquies

De in het eerste lid van artikel 20bis bedoelde functionarissen geven aan hen, die krachtens de artikelen 20bis en 20ter tot het uitoefenen van contrôle of het instellen van een onderzoek bevoegd zijn, zo dikwijls dezen het vorderen, inzage van de kas, de boekhouding en de bescheiden en verstrekken, desgewenst ook schriftelijk, de inlichtingen, die door hen voor de uitoefening van hun taak nodig worden geacht.

Artikel

20sexies

Artikel

20septies

De kosten van de in artikel 20bis bedoelde contrôle worden op de begroting van de instelling gebracht.

Artikel

20octies

Artikel

21

Vervallen

Artikel

22

Alle daarvoor vatbare zaken worden voor den koopprijs of de door deskundigen te schatten waarde tegen brandschade verzekerd. Gedeputeerde Staten kunnen hiervan met betrekking tot bepaalde zaken ontheffing verleenen.

Artikel

23

Artikel

24

De besturen behoeven de machtiging van Gedeputeerde Staten tot het opnemen van gelden; vervreemden, uitgeven op erfpacht, verruilen of bezwaren van onroerende zaken of vervreemden van kunstvoorwerpen of geschiedkundige gedenkstukken; verkoopen of overdragen van effecten, actiën en schuldvorderingen; verleenen van kwijtschelding of afslag van pachtgelden, huurpenningen en interesten; voeren van rechtsgedingen, met uitzondering van die over de vraag of de instelling een instelling van weldadigheid is en tot welke van de in artikel 2 omschreven soorten zij behoort; aangaan van vaststellingsovereenkomsten ter beëindiging van geschillen en opdragen van de beslissing van eene zaak aan scheidsmannen, en alle andere daden, die buiten het gewoon beheer vallen. Onroerende zaken worden niet anders dan in het openbaar verhuurd of verpacht. Gedeputeerde Staten kunnen evenwel voor een, door hen te bepalen, aantal jaren toestaan, dat bepaalde onroerende zaken ondershands worden verhuurd of verpacht.

Artikel

25

Artikel

26

Vervallen

Artikel

27

Lasten en bevelen, dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst, en dat alle Ministerieele Departementen, Autoriteiten, Colleges en Ambtenaren, wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven ten Paleize het Loo
WILHELMINA.
De Minister van Binnenlandsche Zaken, HEEMSKERK.
De Minister van Justitie, E. R. H. REGOUT.