Artikel
1
Onverminderd het bepaalde in de volgende artikelen wordt ter uitvoering van art. 33 van de Wegenwet, vastgesteld het volgende:
Model
Gemeente ..........
Legger,
ingevolge de Wegenwet opgemaakt, van de wegen, gelegen buiten de door Gedeputeerde Staten van .... bij besluit(en) van ....., ingevolge artikel 27, tweede lid, van de Wegenwet vastgestelde bebouwde kom(men), van de wegen, bedoeld in art. 28 van de Wegenwet, welke deels binnen, deels buiten die bebouwde kom(men) zijn gelegen, alsmede van de toegangswegen naar stations, als bedoeld in artikel 26, tweede lid, van de Spoorwegwet.
Nommer van den weg (of van de brug). |
I |
|
Naam waaronder de weg (of de brug) bekend staat. |
II |
|
Eindpunten en richting van den weg (of van de brug). |
III |
|
Beperkingen in het gebruik v/d weg (of v/d brug), als bedoeld in artikel 6 v/d Wegenwet; alsmede de afschuttingen, welke zich op den weg bevinden. |
IV |
|
Verharding van den weg |
V |
|
a. Aard v/d verharding (of aangeven, dat de weg onverhard is). |
||
b. Breedte in meters v/d verharding of van de verschillende soorten van de verharding. |
||
c. Lengte v/d verschillende deelen in meters, langs de as v/d weg gemeten. |
||
De zich in den weg bevindende bruggen en duikers, met vermelding van hunnen aard, hoofdafmetingen en samenstelling, of aard, hoofdafmetingen en samenstelling v/d onder afzonderlijk nommer opgenomen bruggen. |
VI |
|
De onderhoudsplichtigen v/d weg (of v/d brug) en van de zich in den weg bevindende bruggen en duikers (of wel de kadastrale perceelen of de gedeelten van perceelen, waarop de verplichting rust). |
VII |
|
Omvang van den onderhoudsplicht. (Hieronder op te nemen de verplichtingen ten aanzien v/d verharding, kunstwerken, beplantingen, enz., voor zooveel noodig en mogelijk met verwijzing naar de kolommen IV, Va, Vb, Vc en VI.) |
VIII1) |
|
Degenen, die tot het onderhoud hebben bij te dragen (of wel de kadastrale perceelen of gedeelten van de perceelen, waarop deze verplichting rust) met vermelding v/d hoegrootheid v/d bijdrage. |
IX |
|
Het gezag, dat volgens de artikelen 16 of 17 van de Wegenwet heeft te zorgen, dat de weg (of de brug) in goeden staat verkeert. |
X |
|
Aanmerkingen. |
XI |
|
Aanduiding v/d wijzigingen den legger aangebracht, met verwijzing naar den desbetreffenden . (eersten, tweeden, derden... enz.) wijzigingslegger. |
XII |
1) De omvang van een op het Rijk of eene provincie rustende onderhoudsplicht moet niet in den legger worden opgenomen.
1. Aldus opgemaakt door Burgemeester en Wethouders der gemeente .......... (datum)
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
(Onderteekeningen)
2. Burgemeester en wethouders der gemeente .................... verklaren, dat over het ontwerp geen zienswijzen/zienswijzen naar voren zijn gebracht en dat de in artikel 34, tweede lid, tweede volzin, van de Wegenwet bedoelde stukken op .......... (datum) aan gedeputeerde staten zijn toegezonden.
...................., .......... (datum).
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
(Onderteekeningen)
3. Ongewijzigd/In rood gewijzigd vastgesteld door Gedeputeerde Staten van .......................... bij besluit van .......................... (datum).
De Gedeputeerde Staten voornoemd,
(Onderteekeningen)
4. Burgemeester en Wethouders der gemeente .................. verklaren, dat de vaststelling van dezen legger op de in die gemeente gebruikelijke wijze ter openbare kennis is gebracht, met mededeeling, dat de legger op ..................... op de gemeentesecretarie voor een ieder ter inzage zal worden gelegd, en dat daarvan gelijktijdig mededeeling is gedaan aan den Commissaris der Koningin in de provincie.............
.........................., .......... (datum)
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
(Onderteekeningen)
5. In blauw gewijzigd ingevolge Koninklijk(e) besluit(en) van ......
De Gedeputeerde Staten van ................
(Onderteekeningen)