Besluit van 20 mei 1933, tot vaststelling van een algemeenen maatregel van bestuur, bedoeld in artikel 73a der Wet op het Notarisambt, gelijk dit artikel is vastgesteld bij de wet van 15 mei 1931, Stb. 195

Besluit instelling Centraal Bureau van Bijstand ex artikel 73a Wet op het Notarisambt

Wij WILHELMINA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.
Op de voordracht van Onzen Minister van Justitie van den 21 April 1933, Afdeeling I c, n°. 839;
Overwegende, dat door Ons voorschriften moeten worden gegeven ter uitvoering van artikel 73a der Wet op het Notarisambt, gelijk dit artikel is vastgesteld bij de wet van 15 Mei 1931 (Staatsblad n°. 195);
Den Raad van State gehoord (advies van den 9 Mei 1933, n°. 20);
Gezien het nader rapport van Onzen voornoemden Minister van den 17 Mei 1933, 1ste Afdeeling C, n°. 875;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel

1

Artikel

2

Artikel

3

Artikel

4

Artikel

5

Artikel

6

De deskundigen bekleeden geen openbare of particuliere nevenbetrekkingen of functiën, waaraan geldelijke voordeelen verbonden zijn, zonder toestemming van onze Minister van Justitie; het aan het Centraal Bureau verbonden personeel doet dit niet zonder toestemming van den voorzitter.

Artikel

7

Vervallen

Artikel

8

Artikel

9

Artikel

10

Artikel

11

In opdracht van den voorzitter van eene Kamer van Toezicht, die een onmiddellijk onderzoek ten aanzien van een bepaalden notaris noodig acht, zal het Centraal Bureau dat onderzoek onverwijld doen verrichten.

Artikel

12

De voorzitter van eene Kamer van Toezicht kan het Centraal Bureau opdragen een zijner deskundigen aan te wijzen om bijstand te verleenen aan het lid of de leden der Kamer, met het instellen van een onderzoek belast ingevolge artikel 17 van den ter uitvoering van artikel 50b der Wet op het Notarisambt vastgestelden algemeenen maatregel van bestuur.

Artikel

13

Het Centraal Bureau en de deskundigen verstrekken aan de Kamer van Toezicht en aan haar voorzitter alle inlichtingen, welke de Kamer of de voorzitter dienstig zal oordeelen.

Artikel

14

Het Centraal Bureau dient desgevraagd Onzen Minister van Justitie van voorlichting in alle vragen betreffende de uitvoering van artikel 73a der Wet op het Notarisambt. Het is bevoegd aan voornoemden Minister ook eigener beweging daaromtrent voordrachten te doen.

Artikel

15

Telken jare vóór 1 Mei brengt het Centraal Bureau aan Onzen Minister van Justitie schriftelijk verslag uit over zijne werkzaamheden in het afgeloopen jaar.

Artikel

16

Artikel

17

Artikel

18

Artikel

19

Artikel

20

Artikel

21

In den in artikel 16 bedoelden staat wordt opgenomen het bedrag der kosten van een vorig jaar, hetwelk onbetaald mocht zijn gebleven.

Artikel

22

Dit besluit treedt in werking op een door Ons te bepalen tijdstip.

Onze voornoemde Minister is belast met de uitvoering van dit besluit, dat in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage
WILHELMINA.
De Minister van Justitie, J. DONNER.
De Minister van Justitie, VAN SCHAIK.