Wet van 19 juli 1934, tot vaststelling van bepalingen omtrent de opruiming van vaartuigen en andere voorwerpen, in openbare wateren gestrand, gezonken of aan den grond geraakt of in waterkeeringen of andere waterstaatswerken vastgeraakt

Wrakkenwet

Wij WILHELMINA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.
Allen, die deze zullen zien of hooren lezen, salut! doen te weten:
Alzoo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodig is wettelijke bepalingen vast te stellen omtrent de opruiming van vaartuigen en andere voorwerpen, in openbare wateren gestrand, gezonken of aan den grond geraakt of op of in waterkeeringen of andere waterstaatswerken vastgeraakt;

Zoo is het, dat Wij, den Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel

1

Artikel

2

Artikel

3

Artikel

4

Het verblijf op of de toegang tot het vaartuig of ander voorwerp zonder vergunning van of namens den beheerder is verboden van het tijdstip af, waarop de mededeling, bedoeld in artikel 3, is geschied, of van den aanvang der opruiming af, indien de opruiming is aangevangen of voltooid, voordat de mededeling heeft plaats gehad.

Artikel

5

Al hetgeen bij de opruiming wordt geborgen, wordt tegen voldoening van de ter zake van de opruiming gemaakte kosten of tegen het stellen van zekerheid voor de voldoening daarvan aan belanghebbenden, die zich daartoe aanmelden, afgegeven.

Artikel

6

Indien belanghebbenden zich niet aanmelden, doch in gebreke blijven binnen een door de beheerder te stellen termijn de in artikel 5 bedoelde kosten te voldoen of voor de voldoening daarvan zekerheid te stellen, is de beheerder bevoegd het geborgene te verkopen.

Artikel

7

Het geborgene wordt aan belanghebbenden afgegeven in geval zij voor de verkoop de kosten ter zake van opruiming en verkoop aan de beheerder voldoen.

Artikel

8

De beheerder kan niet aansprakelijk worden gesteld voor afgifte van het geborgene aan een onbevoegde.

Artikel

9

Vervallen

Artikel

10

De kosten, krachtens deze wet gemaakt, komen, voor zooveel zij niet door belanghebbenden zijn terugbetaald, of uit de opbrengst van het krachtens artikel 6 verkochte kunnen worden gekweten, ten laste van den beheerder, onverminderd diens bevoegdheid om de krachtens dit artikel te zijnen laste komende kosten te verhalen op dengene, die volgens de wet daarvoor aansprakelijk is.

Artikel

11

Handelingen in strijd met het bepaalde in het tweede lid van artikel 2 en het bepaalde in artikel 4 worden aangemerkt als overtredingen en gestraft met een geldboete van de derde categorie.

Artikel

12

Met het tijdstip van de inwerkingtreding van deze wet vervalt de wet van 23 Juli 1885 (Staatsblad n°. 151). Zij blijft intusschen van toepassing op die opruimingen, ten aanzien van welke reeds vóór de inwerkingtreding dezer wet artikel 2 der wet van 23 Juli 1885 toepassing heeft gevonden.

Artikel

13

Deze wet kan worden aangehaald onder den naam "Wrakkenwet".

Lasten en bevelen, dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst, en dat alle Ministerieele Departementen, Autoriteiten, Colleges en Ambtenaren, wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage
WILHELMINA.
De Minister van Waterstaat, KALFF.
De Minister van Justitie, VAN SCHAIK.