Artikel
1
1
Onze Minister van Binnenlandsche Zaken wordt gemachtigd om met inachtneming van de bepalingen dezer wet voor en namens den Staat der Nederlanden met de Algemeene Vereeniging "Radio-Omroep" te Amsterdam, de stichting "Katholieke Radio Omroep" te Amsterdam, de Nederlandsche Christelijke Radio Vereeniging te Wageningen en de Vereeniging van Arbeiders Radio Amateurs te Hilversum, alle rechtspersoonlijkheid bezittende omroeporganisaties, een Naamlooze Vennootschap op te richten, genaamd "Nederlandsche Omroep-Zender-Maatschappij, "NOZEMA", welke ten doel heeft:
-
a.
de aanleg en de exploitatie van aan de eisen des tijds voldoende zendinrichtingen voor omroepdoeleinden hier te lande ten behoeve van de uitzending van de programma’s van personen en instellingen die zendtijd hebben verkregen, alsmede van zendinrichtingen hier te lande die bestemd zijn voor het uitzenden naar het buitenland van programma’s van de Stichting Radio Nederland Wereldomroep;
-
b.
het ter hand nemen van die werkzaamheden, welke met aanleg en exploitatie van deze zendinrichtingen direct verband houden of daaraan verwant zijn, en tevens dienstig zijn om het omroepwezen in Nederland te steunen of het doel, genoemd sub a, te bevorderen.
De Vennootschap is tevens bevoegd tot het verrichten van die taken, welke, niet liggende op het eigenlijk gebied der programma-verzorging en niet direct verband houdende met aanleg en exploitatie van de sub a genoemde zendinrichtingen, als voorwerp van samenwerking tusschen de omroeporganisaties te beschouwen zijn en overeenkomstig de statuten, zooals deze terzake luiden of zullen luiden, ter hand genomen kunnen worden.