Wet van 25 mei 1937, tot het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten

Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten

Wij WILHELMINA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.
Allen, die deze zullen zien of hooren lezen, salut! doen te weten:
Alzoo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenschelijk is regelen vast te stellen betreffende het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten;

Zoo is het, dat Wij, den Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel

1

Deze wet verstaat onder:

  • a.

    "Onze Minister": Onze Minister van Sociale Zaken;

  • b.

    "verbindendverklaring": de in artikel 2 bedoelde algemeen verbindendverklaring;

  • c.

    "verbindend verklaarde bepalingen": bepalingen eener collectieve arbeidsovereenkomst, welke ingevolge artikel 2 algemeen verbindend zijn verklaard.

Artikel

2

Artikel

2a

Artikel

3

Artikel

4

Artikel

5

Artikel

6

Artikel

7

Het bepaalde in de artikelen 2 tot en met 6 vindt overeenkomstige toepassing, indien de verbindendverklaring betreft wijzigingen in de bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten, die ingevolge artikel 2 algemeen verbindend zijn verklaard.

Artikel

8

Artikel

9

Artikel

10

Indien een of meer verenigingen van werkgevers of van werknemers, op wier verzoek een verbindendverklaring is uitgesproken, het vermoeden gegrond achten, dat in een onderneming een of meer der verbindend verklaarde bepalingen niet worden nageleefd, kunnen zij met het oog op het instellen van een rechtsvordering, als bedoeld in artikel 3, Onze Minister verzoeken een onderzoek daarnaar te doen instellen. Onze Minister draagt het onderzoek op aan daartoe door hem aangewezen onder hem ressorterende ambtenaren. Onze Minister licht de vereniging of de verenigingen, die om het onderzoek hebben gevraagd, in over hetgeen bij het onderzoek gebleken is.

Artikel

10b

Onze Minister kan een onder hem ressorterende ambtenaar mandaat verlenen tot het uitoefenen van de bevoegdheden, bedoeld in de artikelen 2, eerste lid, en 6, eerste lid.

Artikel

11

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

12

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

13

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

14

Hetgeen nog ter voorbereiding van het in werking treden van deze wet en tot hare uitvoering noodig is, wordt bij algemeenen maatregel van bestuur geregeld.

Artikel

15

Deze wet kan worden aangehaald onder den titel: "Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten".

Artikel

16

Deze wet treedt in werking op een door Ons te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen, dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst, en dat alle Ministerieele Departementen, Autoriteiten, Colleges en Ambtenaren, wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven ten Paleize het Loo
WILHELMINA.
De Minister van Sociale Zaken, M. SLINGENBERG.
De Minister van Justitie, VAN SCHAIK.
De Minister van Justitie, VAN SCHAIK.