Wet van 24 juni 1939, houdende regelen teneinde in geval van oorlog, oorlogsgevaar of andere buitengewone omstandigheden een doelmatige distributie van goederen in het belang van volkshuishouding, landsverdediging en veiligheid van niet-militaire personen of lichamen mogelijk te maken

Distributiewet

Wij WILHELMINA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.
Allen, die deze zullen zien of hooren lezen, saluut! doen te weten:
Alzoo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is regelen te stellen teneinde in geval van oorlog, oorlogsgevaar of andere buitengewone omstandigheden een doelmatige distributie van goederen in het belang van volkshuishouding, landsverdediging en veiligheid van niet-militaire personen of lichamen mogelijk te maken;

Zoo is het, dat Wij, den Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

§

1

Algemeene bepalingen

Artikel

1

Artikel

2

Dit onderdeel is nog niet inwerking getreden

Artikel

3

Dit onderdeel is nog niet inwerking getreden

Artikel

4

Dit artikel is nog niet in werking getreden; ingeval buitengewone omstandigheden dit noodzakelijk maken kan bij koninklijk besluit, op voordracht van Onze Minister-President, dit artikel in werking treden.

De soorten van goederen, welke worden beschouwd als distributiegoederen in den zin dezer wet, worden door Onzen Minister aangewezen. Ten aanzien van deze soorten van goederen stelt hij een distributieregeling vast, waarbij aan de voorziening in de behoefte van de landsverdediging voorrang verleend wordt.

Artikel

5

Dit artikel is nog niet in werking getreden; ingeval buitengewone omstandigheden dit noodzakelijk maken kan bij koninklijk besluit, op voordracht van Onze Minister-President, dit artikel in werking treden.

Artikel

6

Dit artikel is nog niet in werking getreden; ingeval buitengewone omstandigheden dit noodzakelijk maken kan bij koninklijk besluit, op voordracht van Onze Minister-President, dit artikel in werking treden.

Artikel

7

Dit artikel is nog niet in werking getreden; ingeval buitengewone omstandigheden dit noodzakelijk maken kan bij koninklijk besluit, op voordracht van Onze Minister-President, dit artikel in werking treden.

Artikel

8

Dit artikel is nog niet in werking getreden; ingeval buitengewone omstandigheden dit noodzakelijk maken kan bij koninklijk besluit, op voordracht van Onze Minister-President, dit artikel in werking treden.

Artikel

9

Dit onderdeel is nog niet inwerking getreden

Artikel

10

Dit onderdeel is nog niet inwerking getreden

§

1a

Prestatieplicht

Artikel

10a

Dit artikel is nog niet in werking getreden; ingeval buitengewone omstandigheden dit noodzakelijk maken kan bij koninklijk besluit, op voordracht van Onze Minister-President, dit artikel in werking treden.

Artikel

10b

Dit onderdeel is nog niet inwerking getreden

Artikel

10c

Dit onderdeel is nog niet inwerking getreden

§

2

Van de distributiekringen

Artikel

11

Artikel

12

Artikel

13

Dit onderdeel is nog niet inwerking getreden

Artikel

14

Dit onderdeel is nog niet inwerking getreden

Artikel

15

Dit onderdeel is nog niet inwerking getreden

Artikel

16

Dit onderdeel is nog niet inwerking getreden

Artikel

17

Dit onderdeel is nog niet inwerking getreden

§

2a

Toezicht

Artikel

18

Dit onderdeel is nog niet inwerking getreden

§

3

Straf- en slotbepalingen

Artikel

22a

Vervallen

Artikel

22b

Vervallen

Artikel

22c

Artikel

23

Deze wet wordt aangehaald als: Distributiewet.

Artikel

24

Deze wet treedt in werking, voor wat betreft de artikelen 1, 11 en 12, met ingang van den dag na dien harer afkondiging. De overige artikelen treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen, dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle Ministerieele Departementen, Autoriteiten, Colleges en Ambtenaren, wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage
WILHELMINA.
De Minister van Economische Zaken, STEENBERGHE.
De Minister van Binnenlandsche Zaken, VAN BOEYEN.
De Minister van Justitie, C. GOSELING.