Wij WILHELMINA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.
Op de voordracht van Onze Ministers voor Algemeene Oorlogvoering van het Koninkrijk, van Binnenlandsche Zaken, van Justitie, van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, van Financiën, van Oorlog, van Marine, van Openbare Werken, van Verkeer en Energie, van Handel en Nijverheid, van Scheepvaart, van Voedselvoorziening, Landbouw en Visscherij, van Sociale Zaken en van Overzeesche Gebiedsdeelen, van 8 Augustus 1945, n°. 2468I;
Overwegende, dat het wenschelijk is voor het vervullen van openbare functies een leeftijdsgrens vast te stellen, voor zoover dit niet reeds is geschied;
Den Raad van State gehoord (advies van 14 Augustus 1945, n°. 9);
Gezien het nader rapport van Onzen Minister van Binnenlandsche Zaken, mede namens de overige Ministers van 3 September 1945, n°. 3864;