Besluit van 14 november 1945, houdende machtiging tot het vestigen van schuldverplichtingen ten laste van het Rijk
Besluit machtiging tot vestigen schuldverplichtingen ten laste van Rijk
Hebben goedgevonden en verstaan:
Artikel
2
Uitvoeringsvoorschriften. Rekening. Schulddelging
1
De voorwaarden, waarop de in artikel 1 bedoelde schuldverplichtingen zullen worden aangegaan, worden, met inachtneming van de voorschriften van dit besluit, door Onzen Minister van Financiën vastgesteld.
2
Van het aangaan der schuldverplichtingen wordt eene rekening afgelegd aan de Algemeene Rekenkamer, die dezelve na accoordbevinding goedkeurt.
Artikel
3
Inschrijving in een Grootboek
Artikel
4
Provisie
1
Bij rechtstreeksche tegeldemaking van de in artikel 1 bedoelde schuld kan aan de bankiers, de makelaars in effecten en de commissionnairs in effecten, door wier tusschenkomst inschrijvingen voor die schuld worden ingeleverd, over het nominaal bedrag der aan hen toegewezen schuld, waarvoor het verschuldigde wordt voldaan, eene provisie worden toegekend van ten hoogste 3/8 pct. (drie achtsten ten honderd).
2
In het geval, bij het vorig lid voorzien, kan mede aan de bankiers, van wier kantoren wordt gebruik gemaakt voor de bemiddeling bij de tegeldemaking en het ontvangst nemen van inschrijvingen en betalingen, over het nominaal bedrag der door hunne tusschenkomst uitgegeven schuld eene vergoeding worden toegekend van ten hoogste ¼ pct. (een kwart ten honderd).
Artikel
5
Vrijstelling van Zegelrecht
De biljetten van inschrijving voor en de nota's van toewijzing van de krachtens dit besluit gevestigde schuld zijn vrij van zegelrecht.
Artikel
6
Verjaring
Het recht tot opvordering van het kapitaal der krachtens dit besluit gevestigde schuld vervalt tien jaren na den eersten dag, waarop zij aflosbaar is.
Artikel
7
Verrekening van belastingen
Artikel
8
Inwerkingtreding
Dit besluit treedt in werking met ingang van den dag volgende op dien zijner afkondiging.
Onze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit, hetwelk in het Staatsblad zal worden geplaatst en waarvan afschrift zal worden gezonden aan den Raad van State.