Wet van 22 december 1949, houdende bepalingen tot wering en bestrijding van besmettelijke vogelziekten

Vogelziektenwet

Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat volgens 49 van de Veewet de algemene maatregel van bestuur van 16 Juli 1949, Staatsblad No. J 326, houdende bepalingen tot wering en bestrijding van besmettelijke vogelziekten, behoort te worden vervangen door een regeling bij de Wet;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel

1

In deze Wet wordt verstaan onder:

"Minister": Onze met de zaken van de Landbouw belaste Minister.

Artikel

2

Artikel

3

Artikel

4

Artikel

5

Lasten en bevelen, dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst, en dat alle Ministeriële Departementen, Autoriteiten, Colleges en Ambtenaren, wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven ten Paleize Soestdijk
JULIANA.
De Minister van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening, MANSHOLT.
De Minister van Justitie. WIJERS.