Besluit van 25 januari 1951, houdende bepalingen voor toekenning van onderscheidingen voor langdurige trouwe dienst aan beroepsmilitairen beneden de rang van tweede-luitenant, behorende tot de Koninklijke landmacht

Besluit militaire medailles

Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Oorlog van 20 Januari 1951, Directoraat Personeel, Afdeling A 1, bureau 2, Nr. 180417;
Overwegende, dat het wenselijk is het Koninklijk besluit van 18 Februari 1904, nr. 30, te herzien;
Overwegende voorts, dat wij bij voortduring blijk willen geven van Onze waardering voor langdurige trouwe militaire dienst van beroepsmilitairen;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel

1

Aan alle militairen beneden de rang van tweede-luitenant, die behoren tot het beroepspersoneel der Koninklijke landmacht of der Koninklijke Luchtmacht, worden nà het volbrengen van een eerlijke en trouwe dienst, als hieronder nader aangeduid, de volgende onderscheidingen toegekend, te weten: a. na twaalf jaren dienst, een bronzen medaille, ter grootte van zevenentwintig millimeter in middellijn, waarop aan de voorzijde de Koninklijke mantel met een gekroonde W en aan de achterzijde 's Rijks wapen, rustende op militaire zinnebeelden, met het omschrift "Voor trouwe dienst" zullen gestempeld zijn. Het lint, van oranje moiré zijde, is 27 millimeter breed. De medaille wordt gedragen op het lint, dat in opgemaakte vorm 40 millimeter breed is; b. na vier en twintig jaren dienst, een zilveren medaille, van dezelfde grootte en op dezelfde stempel geslagen als de bronzen medaille, te dragen op een oranje lint, als voren; c. na zes en dertig jaren dienst, een gouden medaille, van dezelfde grootte en op dezelfde stempel geslagen als de bronzen medaille, te dragen op een oranje lint, als voren.

Artikel

2

Artikel

3

Van alle medailles wordt het oorspronkelijk toegekende exemplaar kosteloos aan de belanghebbende verstrekt, met dien verstande, dat in de plaats van een gouden- een verguld zilveren medaille wordt verstrekt.

Artikel

4

De medailles worden uitgereikt op een wijze, waaruit de waardering voor de bewezen diensten duidelijk blijkt.

Artikel

5

Artikel

6

Artikel

7

Het is de begiftige vergund de medaille in verkleinde vorm te dragen in alle gevallen, waarbij het dragen van de model medaille niet verplicht is.

Artikel

8

Na ontslag uit de militaire dienst blijft de begiftigde gerechtigd tot het dragen van de hem laatstelijk toegekende model medaille, c.q. van de medaille in verkleinde vorm.

Artikel

9

Artikel

10

Artikel

11

Aan hen, die op of nà 5 September 1944 zijn herplaatst als beroepsmilitair der Koninklijke landmacht beneden de rang van tweede-luitenant, doch vóór de inwerkingtreding van dit besluit wederom eervol uit de militaire dienst zijn ontslagen, kan, indien zij in verband met de wijze, waarop hun diensttijd volgens de bepalingen van het Koninklijk besluit van 18 Februari 1904, nr. 30, werd berekend, niet voor toekenning van een medaille in aanmerking zijn gekomen, alsnog een medaille als bedoeld in dit besluit, worden toegekend, indien zij daarvoor naar het oordeel van Onze Minister van Oorlog in aanmerking komen.

Artikel

12

Dit besluit kan worden aangehaald als "Besluit militaire medailles".

Artikel

13

Het Koninklijk besluit van 18 Februari 1904, nr. 30, wordt ingetrokken.

Artikel

14

Vervallen

Artikel

15

Vervallen

Onze Minister van Oorlog is belast met de uitvoering van dit besluit, dat in het Staatsblad zal worden geplaatst en waarvan afschrift zal worden gezonden aan de Algemene Rekenkamer.

's-Gravenhage
JULIANA.
De Minister van Oorlog, H.L. s'JACOB.
De Minister van Justitie, STRUYCKEN.