Wet van 10 juli 1952, houdende voorzieningen aangaande de verplaatsing van bevolking voor het geval van oorlog, oorlogsgevaar, daaraan verwante of daarmede verband houdende buitengewone omstandigheden

Wet verplaatsing bevolking

Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is voor het geval van oorlog, oorlogsgevaar, daaraan verwante of daarmede verband houdende buitengewone omstandigheden, bepalingen vast te stellen betreffende de verplaatsing van bevolking in het belang van haar veiligheid, van de instandhouding van het maatschappelijk leven of van de uitoefening van de taak van de krijgsmacht;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel

1

Deze wet begrijpt onder:

verplaatsing van bevolking: de gehele of gedeeltelijke ontruiming van een gebied en de daaruit voortvloeiende afvoer, huisvesting en verzorging van bevolking en de daarmede samenhangende registratie, alsmede de voorbereidingen hiertoe;

Onze Ministers: Onze Ministers van Binnenlandse Zaken en van Defensie gezamenlijk.

Artikel

2

Artikel

2a

Dit artikel is nog niet in werking gesteld; ingeval buitengewone omstandigheden dit noodzakelijk maken kan bij koninklijk besluit, op voordracht van Onze Minister-President, dit artikel in werking worden gesteld.

Onze Ministers kunnen verplaatsing van de bevolking gelasten in het belang van haar veiligheid, van de instandhouding van het maatschappelijk leven of van de uitoefening van de taak van de krijgsmacht.

Artikel

2b

Dit artikel is nog niet in werking gesteld; ingeval buitengewone omstandigheden dit noodzakelijk maken kan bij koninklijk besluit, op voordracht van Onze Minister-President, dit artikel in werking worden gesteld.

Onze Commissaris in de provincie of de burgemeester kunnen krachtens een algemene of bijzondere machtiging van Onze Ministers in het belang van de veiligheid van de bevolking of van de instandhouding van het maatschappelijk leven verplaatsing van bevolking gelasten.

Artikel

2c

Artikel is door Stb. 2024/157 buiten werking gesteld m.i.v. 27 juni 2024.

Deze wet is tevens van toepassing op volksverplaatsingen op grote schaal, welke niet het gevolg zijn van een last tot verplaatsing.

Artikel

2d

Dit artikel is nog niet in werking gesteld; ingeval buitengewone omstandigheden dit noodzakelijk maken kan bij koninklijk besluit, op voordracht van Onze Minister-President, dit artikel in werking worden gesteld.

Indien artikel 2a of 2b wordt toegepast in geval van rampen, alsmede van dreigend gevaar voor het ontstaan daarvan, treedt Onze Minister van Binnenlandse Zaken in de bevoegdheden, welke deze wet aan Onze Ministers toekent.

Artikel

2e

Dit artikel is nog niet in werking gesteld; ingeval buitengewone omstandigheden dit noodzakelijk maken kan bij koninklijk besluit, op voordracht van Onze Minister-President, dit artikel in werking worden gesteld.

Bij algemene maatregel van bestuur kunnen voorlopige voorzieningen worden getroffen, welke naar Ons oordeel in verband met de verplaatsing van bevolking noodzakelijk zijn. In bedoelde voorzieningen kan van de bevoegdheden die in andere wettelijke bepalingen aan andere overheidsorganen zijn toegekend, worden afgeweken.

Artikel

3

Dit artikel is nog niet in werking getreden; ingeval buitengewone omstandigheden dit noodzakelijk maken kan bij koninklijk besluit, op voordracht van Onze Minister-President, dit artikel in werking treden.

Artikel

4

Artikel is door Stb. 2024/157 buiten werking gesteld m.i.v. 27 juni 2024.

Artikel

5

Artikel

6

Dit artikel is nog niet in werking getreden; ingeval buitengewone omstandigheden dit noodzakelijk maken kan bij koninklijk besluit, op voordracht van Onze Minister-President, dit artikel in werking treden.

Artikel

7

Artikel

8

Artikel

9

Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regelen worden gegeven omtrent:

  • a.

    de registratie van verplaatste personen;

  • b.

    de terugkeer van verplaatste personen.

Artikel

10

Artikel

12

Vervallen

Artikel

13

Vervallen

Artikel

14

Vervallen

Artikel

15

Vervallen

Artikel

16

Artikel

17

Artikel

18

Artikel

19

Artikel

20

Artikel

21

Artikel

22

Vervallen

Artikel

23

Met het opsporen van de feiten, bij of krachtens deze wet strafbaar gesteld, zijn, behalve de ambtenaren, aangewezen bij artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering, belast de overige militairen van het wapen der Koninklijke Marechaussee, en de door de burgemeester aangewezen personen in dienst der gemeente, alsook voor wat betreft het niet nakomen van een bevel, als bedoeld in artikel 6, vierde lid, de transportleiders.

Artikel

24

Vervallen

Artikel

25

Vervallen

Artikel

26

Vervallen

Artikel

27

Vervallen

Artikel

28

De maatregelen, krachtens deze wet genomen, blijven zonder gevolg, voorzover zij onverenigbaar zijn met maatregelen, krachtens enige andere wet genomen ten behoeve van de militaire verdediging.

Artikel

29

Deze wet kan worden aangehaald als "Wet verplaatsing bevolking".

Lasten en bevelen, dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeriële Departementen, Autoriteiten, Colleges en Ambtenaren, wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven ten Paleize Soestdijk
JULIANA.
De Minister-President, Minister van Algemene Zaken, W. DREES.
De Minister van Binnenlandse Zaken, BEEL.
De Minister zonder Portefeuille, TEULINGS.
De Minister van Oorlog, C. STAF.
De Minister van Justitie a.i., BEEL.