Wet van 18 juni 1953, houdende regeling inzake de inkwartiering en het onderhoud van militairen en de transporten en leverantiën voor de legers en verdedigingswerken

Inkwartieringswet

Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is nieuwe regelen te stellen ter uitvoering van artikel 194 der Grondwet, alsmede regelen te stellen ter voorziening in de behoeften aan inkwartiering, onderhoud, transporten en leverantiën van de strijdkrachten van de met het Koninkrijk verbonden mogenheden;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Hoofdstuk

I

Algemene bepalingen

Artikel

1

In deze wet wordt verstaan onder:

  • a.

    Onze Minister: Onze Minister van Defensie;

  • b.

    militairen: de leden van de zee-, land- en luchtstrijdkrachten van het Koninkrijk, alsmede van die der met het Koninkrijk verbonden mogendheden voor zover zij zich te eniger tijd op het grondgebied van Nederland bevinden of last ontvangen hebben zich op weg daarheen te begeven;

  • c.

    legers: de zee-, land- en luchtstrijdkrachten van het Koninkrijk, alsmede die der met het Koninkrijk verbonden mogendheden voor zover zij zich te eniger tijd op het grondgebied van Nederland bevinden of last ontvangen hebben zich op weg daarheen te begeven;

  • d.

    inwoners: zowel de natuurlijke personen en de rechtspersonen, welke in de gemeente gevestigd zijn, als die, welke buiten die gemeente gevestigd zijn doch in die gemeente de beschikking over of het gebruik van goederen hebben, ten aanzien waarvan een vordering krachtens deze wet kan plaats hebben.

Artikel

2

In deze wet worden onder militairen mede verstaan:

  • a.

    zij die blijkens regeling van Onze Minister uit de aard van hun betrekking moeten geacht worden bij de legers te behoren;

  • b.

    zij die zich op weg bevinden teneinde zich voor de werkelijke dienst aan te melden;

  • c.

    zij die zich op weg bevinden teneinde een onderzoek te ondergaan naar hun geschiktheid voor de militaire dienst, dan wel ter plaatse van het onderzoek moeten overnachten;

  • d.

    zij die zich op weg bevinden teneinde militaire goederen in ontvangst te nemen, in te leveren of te doen onderzoeken;

  • e.

    zij die na afloop van de onder b, c of d genoemde verrichtingen huiswaarts keren.

Artikel

3

Artikel

4

Transporten omvatten:

het vervoeren of doen vervoeren te land, te water of door de lucht, met tot het doel geschikte middelen van vervoer, van militairen en goederen, behorende tot dan wel bestemd voor de legers en verdedigingswerken, alsmede het inladen, overladen en uitladen van die goederen.

Artikel

5

Leverantiën omvatten:

het beschikbaarstellen in gebruik of in eigendom van roerende zaken van allerlei aard, ten behoeve van de legers en verdedigingswerken.

Artikel

5a

Hoofdstuk

II

De voorziening in de behoeften aan inkwartiering, onderhoud, transporten en leverantiën anders dan in buitengewone omstandigheden

Afdeling

1

Algemene bepalingen

Artikel

6

Artikel

7

Artikel

8

Wanneer uit hoofde van een geschil tussen de burgemeester en degene, die de aanvraag als bedoeld in artikel 6 deed, omtrent het gevolggeven aan die aanvraag voor een der partijen geldelijk nadeel mocht zijn ontstaan, komt dit ten laste van de gemeente of het Rijk, al naar mate bij Onze beslissing van het geschil van bestuur, op de wijze voorgeschreven bij de wet van 21 December 1861 Stb. no. 129, de burgemeester of de aanvrager in het ongelijk wordt gesteld, onverminderd de mogelijkheid van verhaal door iedere partij op de persoon, die voor haar gehandeld heeft, zo diens handelingen daartoe termen opleveren.

Artikel

9

Klachten van inwoners over onbillijke behandeling bij een vordering van inkwartiering, onderhoud, transporten of leverantiën, kunnen binnen zes weken na de uitreiking van het schriftelijk bewijs, bedoeld in artikel 7, eerste lid schriftelijk bij burgemeester en wethouders worden ingediend.

Artikel

10

De beslissing ingevolge het vorige artikel door burgemeester en wethouders te nemen houdt in dat, ten aanzien van geheel of gedeeltelijk gegrond bevonden klachten, de klager in dezelfde mate van de vordering van inkwartiering, onderhoud, transporten of leverantiën wordt vrijgesteld als blijken mocht, dat hij daarmede ten onrechte is bezwaard geweest.

Artikel

11

Afdeling

2

Inkwartiering en onderhoud

Artikel

12

De aanvraag tot inkwartiering en onderhoud kan slechts strekken tot:

  • a.

    het beschikbaarstellen in gebruik van gebouwen of gedeelten van gebouwen, met of zonder verstrekking van nachtligging, meubilair, verwarming en verlichting, voor de huisvesting van militairen;

  • b.

    het beschikbaarstellen in gebruik van vertrekken met nachtligging, meubilair, alsmede verwarming en verlichting of plaats in een verwarmd en verlicht vertrek, ter keuze van de inwoner, voor de huisvesting van militairen, met of zonder verstrekking van spijs en drank;

  • c.

    het beschikbaarstellen in gebruik van terreinen voor de legering van militairen;

  • d.

    het verschaffen van spijzen en dranken, het bereiden van spijzen en dranken of het verschaffen van gereedschappen tot het bereiden en nuttigen van spijzen en dranken;

  • e.

    het beschikbaarstellen in gebruik of in eigendom van nachtlegergoederen, brandstoffen of andere roerende zaken ten behoeve van de huisvesting en voeding van de militairen;

  • f.

    het beschikbaarstellen in gebruik van gebouwen of gedeelten van gebouwen voor het inrichten van bureaux, eetzalen, was-, arrestanten- en wachtlokalen, zo nodig met verwarming, verlichting en meubilair;

  • g.

    het beschikbaarstellen in gebruik van terreinen, gebouwen of gedeelten van gebouwen voor het onderhoud, de onderbrenging of de plaatsing van materieel, de opslag van voorraden en de stalling van paarden.

Artikel

13

Artikel

14

Artikel

15

De inkwartiering en het onderhoud van militairen, bestemd tot het verlenen van bijstand bij de handhaving van de openbare orde en rust, geschiedt door de zorg van de burgemeester, zoveel mogelijk in overeenstemming met de commandant.

Artikel

16

Artikel

17

De verstrekkingen genoemd in artikel 12 onder d en e zullen bij voorkeur gevorderd worden van hen, die uit hoofde van hun beroep of bedrijf het best in staat zijn daaraan te voldoen.

Artikel

18

De inkwartiering en het onderhoud worden, voor zover het belang van de dienst zulks toelaat, bij gelijke beurten onder de inwoners verdeeld.

Artikel

19

Artikel

20

Vervallen

Artikel

21

Vervallen

Artikel

22

Vervallen

Artikel

23

Vervallen

Afdeling

3

Transporten

Artikel

24

Artikel

25

Artikel

26

Afdeling

4

Leverantiën

Artikel

27

Leverantiën kunnen op de aanvraag als bedoeld in artikel 6 slechts van de inwoners worden gevorderd in dringende omstandigheden, zoals brand, oproer, watersnood en dergelijke.

Hoofdstuk

III

De voorziening in de behoeften aan inkwartiering, onderhoud, transporten en leverantiën in geval van buitengewone omstandigheden, alsmede de voorbereiding van die voorziening

Afdeling

1

De voorziening in het algemeen alsmede de voorbereiding van de vordering van gebouwen en terreinen

§

1

De voorziening

Artikel

28

Dit artikel is nog niet in werking getreden; ingeval buitengewone omstandigheden dit noodzakelijk maken kan bij koninklijk besluit, op voordracht van Onze Minister-President, dit artikel in werking treden.

Artikel

29

Dit artikel is nog niet in werking getreden; ingeval buitengewone omstandigheden dit noodzakelijk maken kan bij koninklijk besluit, op voordracht van Onze Minister-President, dit artikel in werking treden.

§

2

De voorbereiding van de vordering van gebouwen en terreinen

Artikel

30

Ten aanzien van gebouwen en terreinen, waarvan te voorzien is dat deze op grond van artikel 28, eerste lid, ter voorziening in de behoeften aan inkwartiering en onderhoud, gevorderd zullen worden, kan Onze Minister de volgende voorbereidende maatregelen nemen:

  • a.

    het keuren van deze gebouwen en terreinen;

  • b.

    het in bijzondere gevallen treffen van eenvoudige voorzieningen aan deze gebouwen en terreinen;

  • c.

    het controleren van deze gebouwen en terreinen alsmede van de onder b bedoelde voorzieningen.

Artikel

31

De in het voorgaande artikel genoemde maatregelen brengen voor de rechthebbenden ten aanzien van de in dat artikel bedoelde gebouwen en terreinen de verplichting mede te gedogen, dat deze worden betreden en onderzocht door daartoe door Onze Minister aangewezen personen.

Artikel

32

Artikel

33

Artikel

34

Bij algemene maatregel van bestuur worden nadere regelen gesteld ten aanzien van de uitvoering van de bepalingen van deze paragraaf.

Afdeling

2

De algemene vordering van leverantiën en derzelver voorbereiding

§

1

De algemene vordering

Artikel

35

Dit artikel is nog niet in werking getreden; ingeval buitengewone omstandigheden dit noodzakelijk maken kan bij koninklijk besluit, op voordracht van Onze Minister-President, dit artikel in werking treden.

§

2

De voorbereiding

Artikel

36

Ten aanzien van goederen, welke in aanmerking komen voor de vordering krachtens artikel 35, kan Onze Minister de volgende voorbereidende maatregelen nemen:

  • a.

    het registreren van deze goederen;

  • b.

    het onderwerpen van deze goederen aan een of meer keuringen;

  • c.

    het voor vordering aanwijzen van deze goederen;

  • d.

    het treffen van voorzieningen aan de krachtens punt c aangewezen goederen.

Artikel

37

De onder a van artikel 36 bedoelde maatregel brengt voor een ieder de verplichting mede de inlichtingen te verschaffen, welke door Onze Minister voor de registratie nodig worden geoordeeld en betrekking hebben op het goed.

Artikel

38

Artikel

39

De onder c van artikel 36 bedoelde aanwijzing wordt aan de eigenaar of houder schriftelijk bekend gemaakt. Deze is alsdan gehouden tot het doen van mededelingen betreffende bij algemene maatregel van bestuur aan te duiden rechtshandelingen of gebeurtenissen, met betrekking tot het goed, aan Onze Minister of aan een door deze aangewezen autoriteit.

Artikel

40

Artikel

41

Bij algemene maatregel van bestuur worden nadere regelen gesteld ten aanzien van de uitvoering van de bepalingen van deze afdeling.

Afdeling

3

Het betreden van plaatsen

Artikel

42

Afdeling

4

De schadeloosstelling

Artikel

43

Artikel

44

Artikel

44a

Artikel

45

Artikel

46

Artikel

47

Vervallen

Artikel

48

De schadeloosstelling voor het voldoen aan de vordering van leverantiën krachtens artikel 35 zal, gelijktijdig met de in artikel 38 bedoelde keuring of ten tijde van het voldoen aan de vordering, worden vastgesteld en terstond na het voldoen aan de vordering, worden uitgekeerd door Onze Minister met inachtneming van bij algemene maatregel van bestuur te stellen regelen.

Artikel

49

Wij stellen bij algemene maatregel van bestuur regelen, volgens welke schadeloosstelling zal geschieden, indien terzake van het brengen van gevorderde goederen op een aangewezen plaats krachtens artikel 35, dan wel tengevolge van de in de artikelen 30 onder a en b en 36 onder b en d genoemde maatregelen, schade is geleden of kosten zijn gemaakt.

Hoofdstuk

IV

Maatregelen bij weigering of nalatigheid

Artikel

50

Vervallen

Artikel

51

Artikel

52

Hoofdstuk

V

Strafbepalingen

Artikel

53

Artikel

54

Artikel

55

Artikel

56

Hij die binnen de door burgemeester en wethouders gestelde termijn de opgave in artikel 23 bedoeld niet doet dan wel een onjuiste of onvolledige opgave verstrekt, wordt gestraft met geldboete van de tweede categorie.

Artikel

57

De feiten strafbaar gesteld in de artikelen 53-55 worden beschouwd als misdrijven; het feit strafbaar gesteld in artikel 56 wordt beschouwd als een overtreding.

Artikel

58

Vervallen

Artikel

59

Vervallen

Artikel

60

Hoofdstuk

VI

Slotbepalingen

Artikel

61

Artikel

62

Artikel

63

Vervallen

Artikel

64

De wet van 14 September 1866, Stb. 138, wordt ingetrokken.

Artikel

65

Deze wet kan worden aangehaald onder de titel "Inkwartieringswet".

Artikel

66

Deze wet treedt in werking op een nader door Ons te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen, dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle Ministeriële Departementen, Autoriteiten, Colleges en Ambtenaren, wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven ten Paleize Soestdijk
JULIANA.
De Minister van Oorlog, C. STAF.
De Minister van Marine, C. STAF.
De Minister van Binnenlandse Zaken, BEEL.
De Minister van Justitie, L. A. DONKER.