Wet van 23 juli 1953, tot wering van de besmettelijke ziekte van knaagdieren, genaamd tularaemie
Wet tot wering van besmettelijke ziekten bij knaagdieren
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Artikel
2
1
Tot wering van besmettelijke ziekten van knaagdieren kan Onze Minister de invoer van:
-
a.
levende en dode knaagdieren;
-
b.
organen en andere delen van knaagdieren;
-
c.
huiden, haar en andere afvallen van knaagdieren;
uit alle of uit bepaald aangewezen landen verbieden of niet dan voorwaardelijk toestaan.
Artikel
3
Tot wering van besmettelijke ziekten van knaagdieren kan Onze Minister bepalen, dat de doorvoer van:
-
a.
levende en dode knaagdieren;
-
b.
organen en andere delen van knaagdieren;
-
c.
huiden, haar en andere afvallen van knaagdieren;
slechts is toegestaan onder de voorwaarde, dat zij, na aankomst hier te lande, rechtstreeks onder douaneverband naar het kantoor van wederuitvoer worden vervoerd.
Artikel
4
Artikel
5
Met het opsporen van de in deze wet strafbaar gestelde feiten zijn belast, behalve de bij artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering aangewezen ambtenaren:
-
a.
de ambtenaren der invoerrechten en accijnzen;
-
b.
de door Onze Minister aangewezen ambtenaren.
Artikel
6
Vervallen
Artikel
7
Deze wet kan worden aangehaald als: Wet tot wering van besmettelijke ziekten bij knaagdieren.
Lasten en bevelen, dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst, en dat alle Ministeriële Departementen, Autoriteiten, Colleges en Ambtenaren, wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.