Besluit van 15 oktober 1953, houdende de derde verlenging van de in artikel 7, eerste lid, van de Wet Overheidsaansprakelijkheid Bezettingshandelingen (Stb. K 451) eerstbedoelde termijn

Besluit verlenging termijn artikel 7, eerste lid, Wet Overheidsaansprakelijkheid Bezettingshandelingen

Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Justitie van 14 September 1953, 6e Afdeling, No. 2116;
Overwegende dat het wenselijk is de in artikel 7, eerste lid, van de Wet Overheidsaansprakelijkheid Bezettingshandelingen (Stb. K 451) eerstbedoelde termijn opnieuw te verlengen;
De Raad van State gehoord (advies van 29 September 1953, No. 25);
Gezien het nader rapport van Onze voornoemde Minister van 9 October 1953, 6e Afdeling, No. 2207;

Hebben goedgevonden en verstaan:

artikel 1

De in artikel 7, eerste lid, der Wet Overheidsaansprakelijkheid Bezettingshandelingen gestelde termijn van een jaar na de inwerkingtreding van die wet, welke termijn bij Ons besluit van 27 September 1952 (Stb. 485) tot drie jaar is verlengd, wordt nader verlengd tot vier jaar na de inwerkingtreding van die wet.

Dit besluit treedt in werking op de tweede dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad, waarin het is geplaatst.

Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit, hetwelk in het Staatsblad zal worden geplaatst en waarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State.

's-Gravenhage
JULIANA.
De Minister van Justitie, L. A. DONKER.
De Minister van Justitie, L. A. DONKER.