Wet van 23 december 1953, houdende voorzieningen ten aanzien van enige tijdens de oorlog gehouden registers van de burgerlijke stand

Wet voorzieningen ten aanzien van buitengewone registers van de burgerlijke stand

Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is voorzieningen te treffen ten aanzien van enige tijdens de oorlog gehouden registers van de burgerlijke stand;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel

1

Artikel

2

Akten van geboorte, van gesloten huwelijk en van overlijden worden in de buitengewone registers niet meer opgenomen, tenzij deze gebeurtenissen plaats vonden vóór 1 Juni 1945 en aan de buitengewone ambtenaar van de burgerlijke stand blijkt, dat in een bepaald geval bij de inschrijving belang bestaat.

Artikel

3

Het Koninklijk besluit van 28 Maart 1945 (Stb. F 30) wordt ingetrokken.

Artikel

4

Artikel

5

Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na die van haar afkondiging.

Lasten en bevelen, dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle Ministeriële Departementen, Autoriteiten, Colleges en Ambtenaren, wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven ten Paleize Soestdijk
JULIANA.
De Minister van Justitie, L. A. DONKER.
De Minister van Binnenlandse Zaken, BEEL.
De Minister van Justitie, L. A. DONKER.