Wet van 19 mei 1954, tot overlevering inzake oorlogsmisdrijven

Wet overlevering inzake oorlogsmisdrijven

Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het in verband met de op 12 Augustus 1949 voor ondertekening opengestelde Verdragen van Genève onderscheidenlijk voor de verbetering van het lot der gewonden en zieken, zich bevindende bij de strijdkrachten te velde, voor de verbetering van het lot der gewonden, zieken en schipbreukelingen van de strijdkrachten ter zee, betreffende de behandeling van krijgsgevangenen, en betreffende de bescherming van burgers in oorlogstijd, wenselijk is een wettelijke voorziening te treffen met betrekking tot het aan andere Mogendheden ter berechting overleveren van personen, die verdacht worden van oorlogsmisdrijven;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel

1

Artikel

2

De overlevering aan een andere staat kan slechts geschieden, indien deze partij is bij het geschonden verdrag.

Artikel

3

Artikel

4

Artikel

5

Artikel

7

Artikel

8

Het aan andere Mogendheden ter berechting overleveren van personen, die verdacht worden van oorlogsmisdrijven, wordt voor Aruba, Curaçao en Sint Maarten zoveel mogelijk in overeenstemming met deze wet geregeld bij algemene maatregel van rijksbestuur.

Artikel

8a

Vervallen

Artikel

9

Lasten en bevelen, dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst, en dat alle Ministeriële Departementen, Autoriteiten, Colleges en Ambtenaren, wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven ten Paleize Soestdijk
JULIANA.
De Minister van Justitie, L. A. DONKER.
De Minister van Buitenlandse Zaken. J. W. BEYEN.
De Minister van Oorlog, C. STAF.
De Minister van Marine, C. STAF.
De Minister van Overzeese Rijksdelen, W. J. A. KERNKAMP.
De Minister van Justitie, L. A. DONKER.