Besluit van 20 november 1954, houdende instelling van een bedrijfschap voor de vleeswaren- en vleesconservenindustrie en de baconindustrie

Instellingsbesluit Bedrijfschap Vleeswarenindustrie

Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.
Op de voordracht van Onze Ministers voor Publiekrechtelijke Bedrijfsorganisatie, van Economische Zaken, van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening en van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 11 October 1954, no. B 1852, Directie voor Wetgeving en andere Juridische Aangelegenheden;
Overwegende, dat het wenselijk is overeenkomstig het door de Sociaal-Economische Raad op 9 Juli 1954 uit eigen beweging daartoe uitgebrachte advies over te gaan tot instelling van een bedrijfschap als bedoeld in de Wet op de Bedrijfsorganisatie (Stb. 1950, K 22, sedert gewijzigd) voor ondernemingen op het gebied van de vleeswaren- en vleesconservenindustrie en de baconindustrie;
Gelet op genoemde wet;
De Raad van State gehoord (advies van 2 November 1954, no. 18);
Gezien het nader rapport van Onze voornoemde Ministers van 15 November 1954, no. B 2021, Z.I.W., Directie voor Wetgeving en andere Juridische Aangelegenheden;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel

1

Artikel

2

Artikel

3

Aan het bedrijfschap is overgelaten de regeling of nadere regeling van de navolgende onderwerpen:

  • a.

    de lonen en de andere arbeidsvoorwaarden;

  • b.

    de vakopleiding;

  • c.

    de registratie van de ondernemingen, waarvoor het bedrijfschap is ingesteld;

  • d.

    het verstrekken van de voor de vervulling van de taak van het bedrijfschap nodige gegevens;

  • e.

    de bevordering van de kwaliteit van vleeswaren, vleesconserven en bacon;

  • f.

    de technische inrichting van ondernemingen, voor zover de regeling van dit onderwerp verband houdt met de bevordering van de kwaliteit van vleeswaren, vleesconserven en bacon.

Artikel

4

Overtredingen van een op grond van artikel 93, eerste lid, van de wet vastgestelde verordening kunnen bij die verordening worden aangewezen als strafbare feiten.

Artikel

5

Artikel

6

Dit besluit kan worden aangehaald als: Instellingsbesluit Bedrijfschap Vleeswarenindustrie.

Artikel

7

Dit besluit treedt in werking op een door Ons te bepalen tijdstip.

Onze Ministers voor Publiekrechtelijke Bedrijfsorganisatie, van Economische Zaken, van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening en van Sociale Zaken en Volksgezondheid zijn belast met de uitvoering van dit besluit, hetwelk in het Staatsblad zal worden geplaatst en waarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State.

Soestdijk
JULIANA.
De Minister voor Publiekrechtelijke Bedrijfsorganisatie, A. C. DE BRUIJN.
De Minister van Economische Zaken, J. ZIJLSTRA.
De Minister van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening, MANSHOLT.
De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, J. G. SUURHOFF.
De Minister van Justitie, L. A. DONKER.