Besluit van 22 december 1954, houdende instelling van een bedrijfschap voor het hotel-, het restaurant-, het café- en het pension- en kamerverhuurbedrijf en aanverwante bedrijven

Instellingsbesluit Bedrijfschap Hotel-, Restaurant-, Café- en Pension- en Kamerverhuurbedrijf en Aanverwante bedrijven

Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.
Op de voordracht van Onze Ministers voor Publiekrechtelijke Bedrijfsorganisatie, van Economische Zaken en van Sociale Zaken en Volksgezondheid en van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 4 Augustus 1954, no. B. 1622, Directie voor Wetgeving en andere Juridische Aangelegenheden;
Overwegende, dat het wenselijk is overeenkomstig het door de Sociaal-Economische Raad op 31 Maart 1954 uit eigen beweging daartoe uitgebrachte advies over te gaan tot instelling van een bedrijfschap als bedoeld in de Wet op de Bedrijfsorganisatie (Stb. 1950, K 22, sedert gewijzigd) voor ondernemingen op het gebied van het hotel-, het restaurant-, het café- en het pension- en kamerverhuurbedrijf en aanverwante bedrijven;
Gelet op genoemde wet;
De Raad van State gehoord (advies van 7 September 1954, no. 45);
Gezien het nader rapport van Onze voornoemde Ministers en van voornoemde Staatssecretaris van 14 December 1954, no. B. 2171, Directie voor Wetgeving en andere Juridische Aangelegenheden;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel

1

Artikel

2

Artikel

3

Artikel

4

Artikel

5

Overtredingen van een op grond van artikel 93, eerste lid, van de wet vastgestelde verordening kunnen bij die verordening worden aangewezen als strafbare feiten.

Artikel

6

Artikel

7

Dit besluit kan worden aangehaald als: Instellingsbesluit Bedrijfschap Hotel-, Restaurant-, Café- en Pension- en Kamerverhuurbedrijf en Aanverwante bedrijven.

Artikel

8

Dit besluit treedt in werking op een door Ons te bepalen tijdstip.

Onze Ministers voor Publiekrechtelijke Bedrijfsorganisatie, van Economische Zaken en van Sociale Zaken en Volksgezondheid zijn belast met de uitvoering van dit besluit, hetwelk in het Staatsblad zal worden geplaatst en waarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State.

Soestdijk
JULIANA.
De Minister voor Publiekrechtelijke Bedrijfsorganisatie, A. C. DE BRUIJN.
De Minister van Economische Zaken, J. ZIJLSTRA.
De Staatssecretaris van Economische Zaken, G. M. J. VELDKAMP.
De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, J. G. SUURHOFF.
De Minister van Justitie, L. A. DONKER.