Artikel
1
Het formulier van de eed (verklaring en belofte), welke de Gevolmachtigde Minister van de Nederlandse Antillen ingevolge artikel 9 van het Statuut voor het Koninkrijk aflegt, alvorens zijn betrekking te aanvaarden luidt als volgt:
"Ik zweer (verklaar), dat ik, middellijk noch onmiddellijk onder welke naam of wat voorwendsel ook, in verband met het verkrijgen mijner benoeming als Gevolmachtigde Minister aan iemand, wie hij ook zij, iets heb gegeven of beloofd, noch zal geven.
Ik zweer (beloof), dat ik, om iets hoegenaamd in deze betrekking te doen of te laten, van niemand hoegenaamd enige beloften of geschenken aannemen zal, middellijk of onmiddellijk.
Ik zweer (beloof) trouw aan de Koning en aan het Statuut voor het Koninkrijk; dat ik de Landsregeling van de Nederlandse Antillen steeds zal helpen onderhouden; ik zweer (beloof) al de plichten, welke het ambt van Gevolmachtigde Minister mij oplegt, getrouw te zullen vervullen.
Zo waarlijk helpe mij God Almachtig!"
("Dat verklaar en beloof ik.")