Besluit van 25 juli 1955

Besluit Jachtfonds

Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening van 14 Juni 1955, No. 12.974/73, Afdeling Wetgeving en Juridische Zaken/L;
Gelet op de artikelen 32 en 36 van de Jachtwet (Stb. 1954, 523);
De Raad van State gehoord (advies van 12 Juli 1955, No. 37);
Gezien het nader rapport van Onze voornoemde Minister van 19 Juli 1955, No. JZ/L 13.377/73, Afdeling Wetgeving en Juridische Zaken/L;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel

1

Artikel

2

Artikel

3

Onze Minister kan aan het Jachtfonds een secretaris-penningmeester toevoegen.

Artikel

4

Het boekjaar van het Jachtfonds valt samen met het kalenderjaar.

Artikel

5

De ingevolge artikel 35, tweede lid, j° artikel 15, eerste lid, der Jachtwet aan de korpschefs, bedoeld in artikel 24 van de Politiewet 1993 voldane bijdragen worden door hen met inachtneming van door of vanwege Onze Minister te geven aanwijzingen maandelijks verantwoord door storting of overschrijving op een postrekening van de door Onze Minister aangewezen comptabele ambtenaar.

Artikel

6

De bijdragen, welke ingevolge artikel 5 aan de aldaar bedoelde comptabele ambtenaar zijn verantwoord, worden door die ambtenaar maandelijks verantwoord aan en ter beschikking gesteld van het Jachtfonds.

Artikel

7

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad, waarin het is geplaatst.

Onze Minister van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening is belast met de uitvoering van dit besluit, hetwelk in het Staatsblad zal worden geplaatst en waarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State en de Algemene Rekenkamer.

Soestdijk
JULIANA.
De Minister van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening a.i., C. STAF.
De Minister van Justitie, L. A. DONKER.