Besluit van 14 oktober 1955, houdende instelling van een bedrijfschap voor het banketbakkersbedrijf

Instellingsbesluit Bedrijfschap Banketbakkersbedrijf

Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.
Op de voordracht van Onze Minister voor Publiekrechtelijke Bedrijfsorganisatie van 9 Juli 1955, no. B. 3002 W.J.A., Onze Minister van Economische Zaken en de Staatssecretaris van Economische Zaken van 9 Juli 1955, no. 39548 W.J.A., en van Onze Ministers van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening van 10 Juli 1955, no. J 1252, W.J.Z., en van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 11 Juli 1955, no. AV;
Overwegende, dat het wenselijk is overeenkomstig het door de Sociaal-Economische Raad op 12 November 1954 uit eigen beweging daartoe uitgebrachte advies over te gaan tot instelling van een bedrijfschap als bedoeld in de Wet op de Bedrijfsorganisatie (Stb. 1950, K 22) voor ondernemingen op het gebied van het banketbakkersbedrijf;
Gelet op genoemde wet;
De Raad van State gehoord (advies van 2 Augustus 1955, no. 53);
Gezien het nader rapport van Onze voornoemde Ministers en van voornoemde Staatssecretaris van 8 October 1955, no. B 3257 W.J.A., van 9 October 1955, no. 39549 W.J.A., van 10 October 1955, no. J 1759 W.J.Z., en van 11 October 1955, no. AV;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel

1

Artikel

2

Artikel

3

Artikel

4

Overtredingen van een op grond van artikel 93, eerste lid, van de wet vastgestelde verordening kunnen bij die verordening worden aangewezen als strafbare feiten.

Artikel

5

Artikel

6

Dit besluit kan worden aangehaald als: Instellingsbesluit Bedrijfschap Banketbakkersbedrijf.

Artikel

7

Dit besluit treedt in werking op een door Ons te bepalen tijdstip.

Onze Ministers voor Publiekrechtelijke Bedrijfsorganisatie, van Economische Zaken en van Sociale Zaken en Volksgezondheid zijn belast met de uitvoering van dit besluit, dat in het Staatsblad zal worden geplaatst en waarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State.

Soestdijk
JULIANA.
De Minister voor Publiekrechtelijke Bedrijfsorganisatie, A. C. DE BRUIJN.
De Minister van Economische Zaken, J. ZIJLSTRA.
De Staatssecretaris van Economische Zaken, G. M. J. VELDKAMP.
De Minister van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening, MANSHOLT.
De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid a.i., W. DREES.
De Minister van Justitie, L. A. DONKER.