Beschikking van de Minister van Justitie van 22 september 1956, houdende vaststelling van bepalingen nopens het genot van een vacatiegeld van de door de Kroon benoemde leden van het Hof van Discipline bedoeld in de Advocatenwet

Beschikking vaststelling vacatiegeld voorzitter en leden Hof van Discipline

De Minister van Justitie,
Gelet op artikel 60, eerst lid, van de Advocatenwet (Stb. 1952, 365);

Besluit:

Artikel

1

De voorzitter van het Hof van Discipline bedoeld in de Advocatenwet, geniet een vacatiegeld van f 150,- per 1 januari 1995: fl 380,-per 1 januari 1996 fl 560,- voor elke dag, waarop hij een vergadering bijwoont.

Artikel

2

De overige door de Koningin benoemde leden en de door de Koningin benoemde plaatsvervangende leden van het Hof van Discipline genieten voor elke dag, waarop zij een vergadering bijwonen, een vacatiegeld van f 100,- per 1 januari 1995: fl 310,-per 1 januari 1996 fl 420,-, of voor zover zij de voorzitter vervangen, van f 150,- per 1 januari 1995: fl 380,-per 1 januari 1996 fl 560,-.

Artikel

3

De beschikking van 28 april 1953 (Stb. 196) wordt ingetrokken.

Artikel

4

Deze beschikking treedt in werking met ingang van de eerste kalendermaand na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst

's-Gravenhage
De Minister van Justitie, J. C. VAN OVEN.
De Minister van Justitie, J. C. VAN OVEN.