Wet van 21 februari 1957, houdende aanwijzing van de Rijksdienst Gasvoorziening als tak van Rijksdienst, bedoeld in artikel 88 van de Comptabiliteitswet

Aanwijzingswet Staatsgasbedrijf

Wij JULIANA, bij de Gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Rijksdienst Gasvoorziening aan te wijzen voor een beheer als bedoeld in artikel 88 der Comptabiliteitswet (Stb. 1927, 259);

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel

1

De Rijksdienst Gasvoorziening, voortaan geheten: het Staatsgasbedrijf, wordt met ingang van het dienstjaar 1957 aangewezen voor een beheer als bedoeld in artikel 88 der Comptabiliteitswet (Stb. 1927, 259).

Artikel

2

Artikel

3

Artikel

4

Artikel

5

Artikel

6

Met afwijking van de termijnen, genoemd in artikel 32, tweede en derde lid, der Comptabiliteitswet kunnen door de directie overeenkomsten, als in het eerste lid van dat artikel bedoeld, worden gesloten voor langere termijnen dan in dat artikel gesteld of voor onbepaalde tijd, echter niet dan nadat daartoe een algemene of bijzondere machtiging van Onze Minister van Economische Zaken is verkregen.

Artikel

7

Artikel

8

Artikel

9

Deze wet kan worden aangehaald als "Aanwijzingswet Staatsgasbedrijf".

Lasten en bevelen, dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst, en dat alle Ministeriële Departementen, Autoriteiten, Colleges en Ambtenaren, wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven ten Paleize Soestdijk
JULIANA.
De Minister van Economische Zaken, J. ZIJLSTRA.
De Minister van Financiën, HOFSTRA.
De Minister van Justitie, SAMKALDEN.