Enig
artikel
Voorzover van een gepensioneerde krachtens de Wet buitengewoon pensioen 1940-1945 (Stb. 1947, H 313) terzake van het genot van dat pensioen premie ingevolge de Algemene Ouderdomswet wordt geheven, wordt hem, ten laste van het Rijk, overeenkomstig de verhouding, waarin de premie, bedoeld in artikel 23 van de Algemene Ouderdomswet, voor ambtenaren, in dienst van het Rijk, door weddeverhoging wordt gecompenseerd, een vergoeding daarvoor verleend.