Artikel
1
Begripsbepalingen
2
Voorts wordt in deze regeling verstaan onder:
-
a.
baan: een al dan niet verhard gedeelte van het landingsterrein, uitsluitend bestemd voor het opstijgen en/of het landen van luchtvaartuigen;
-
b.
vervallen;
-
c.
blindvliegen, onderscheidenlijk wolkenvliegen: het besturen van een vliegtuig, onderscheidenlijk een zweefvliegtuig, uitsluitend met behulp van instrumenten, zonder visuele oriëntatie buiten het vliegtuig, onderscheidenlijk het zweefvliegtuig;
-
d.
bij nacht: op enig tussen zonsondergang en zonsopgang gelegen tijdstip;
-
e.
vervallen;
-
f.
drempel: het begin van het voor het landen bestemde gedeelte van een verharde baan;
-
g.
eerste bestuurder: een lid van het stuurhutpersoneel, dat de leiding heeft bij de besturing van het luchtvaartuig;
-
h.
geregeld luchtvervoer: een reeks van verkeersvluchten, waaraan het publiek kan deelnemen en welke worden uitgevoerd ten behoeve van het verkeer tussen twee of meer plaatsen, hetzij in overeenstemming met een gepubliceerde dienstregeling, hetzij met een zodanige regelmaat of frequentie, dat zij een duidelijk herkenbare systematische reeks vormen;
-
i.
IFR-vlucht: een vlucht, ten aanzien waarvan tevens de instrumentvliegvoorschriften van toepassing zijn;
-
j.
instrumentenbaan: een baan, welke is uitgerust met elektronische hulpmiddelen ten dienste van het opstijgen of landen van luchtvaartuigen;
-
k.
instrumentweersomstandigheden: weersomstandigheden, die uitgedrukt in termen van zicht, afstand tot wolken en wolkenbasis, minder zijn dan de voorgeschreven minimum waarden voor zichtweersomstandigheden;
-
l.
kunstvlucht: een vlucht, waarbij met opzet bewegingen worden uitgevoerd, welke een plotselinge verandering in de stand, een abnormale stand of een abnormale verandering in de snelheid van het luchtvaartuig medebrengen;
-
m.
lid van het boordpersoneel: een lid van het stuurhutpersoneel en ieder ander, die aan boord van een luchtvaartuig ten behoeve van de inzittenden of de lading werkzaamheden heeft te verrichten;
-
n.
navigatieplan: het plan voor een veilige uitvoering van de vlucht dat ontleend is aan overwegingen van vliegtuigprestaties, operationele beperkingen en de verwachte omstandigheden, betrekking hebbende op de te vliegen route en de aan te vliegen luchtvaartterreinen;
-
o.
oefenvlucht: een solovlucht voor het verkrijgen dan wel behouden van vliegvaardigheid;
-
p.
overlandvlucht: een vlucht, waarbij een vliegtuig dan wel een zweefvliegtuig zich in rechte lijn gemeten verder dan 28 km, onderscheidenlijk 5 km van de grens van het terrein waarvan werd opgestegen, verwijdert;
-
q.
platform: een gedeelte van een luchtvaartterrein dat bestemd is voor het opstellen van luchtvaartuigen, met het doel passagiers te laten in- of uitstappen, post of vracht te laden of te lossen, brandstof in te nemen, te parkeren of onderhoudswerkzaamheden te verrichten;
-
r.
rondvlucht: een verkeersvlucht, welke aanvangt en eindigt op hetzelfde terrein en welke een tijdsduur heeft van ten hoogste 60 minuten;
-
s.
rijbaan: een al dan niet verhard gedeelte van het landingsterrein, bestemd voor het zich op de grond voortbewegen van luchtvaartuigen;
-
t.
strook: een gedeelte van het landingsterrein, waarin een baan is gelegen;
-
u.
tweede bestuurder: een lid van het stuurhutpersoneel, dat een luchtvaartuig bestuurt, anders dan als eerste bestuurder of als leerling;
-
v.
VFR-vlucht: een vlucht, ten aanzien waarvan tevens de zichtvliegvoorschriften van toepassing zijn;
-
w.
maximale startmassa: de massa die een luchtvaartuig mag hebben wanneer het zich van het aardoppervlak verheft;
-
x.
lid-staat: staat, lid van de Europese Gemeenschappen;
-
ij.
verordening (EEG) 3922/91: verordening (EEG) van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 16 december 1991 inzake de harmonisatie van technische en administratieve procedures op het gebied van de burgerluchtvaart ( PbEG L 373);
-
z.
JAA: Joint Aviation Authorities;
-
aa.
JAR: Joint Aviation Requirements;
-
ab.
JAR-145: regeling inzake erkenning van onderhoudsbedrijven, opgesteld door de JAA.
3
Voor het bij deze regeling bepaalde zijn eveneens van toepassing de begripsbepalingen voor luchtverkeersdienstverlening, luchtverkeersdienst, verkeersleiding, verkeersleidingsdienst, luchtvaartterreinverkeer, gecontroleerd luchtvaartterrein, zichtweersomstandigheden, vlucht, vliegtijd, zonsondergang, zonsopgang, landingsterrein en taxiën als omschreven in uitvoeringsverordening (EU) nr. 923/2012 van de Commissie van 26 september 2012 tot vaststelling van gemeenschappelijke luchtverkeersregels en operationele bepalingen betreffende luchtvaartnavigatiediensten en -procedures en tot wijziging van uitvoeringsverordening (EU) nr. 1035/2011 en verordeningen (EG) nr. 1265/2007, (EG) 1794/2006, (EG) nr. 730/2006, (EG) nr. 1033/2006 en (EU) nr. 255/2010 (PbEU 2012, L281) en het Besluit luchtverkeer 2014-1980 (Stb. 786).