Artikel
1
Dit besluit verstaat onder:
-
a.
"Onze minister", Onze minister belast met de zorg voor de zaken van het Staatsbedrijf der Posterijen, Telegrafie en Telefonie;
-
b.
"directeur-generaal", de directeur-generaal der Posterijen, Telegrafie en Telefonie;
-
c.
"radiostoringscommissie", de commissie bedoeld bij artikel 13 van het Radiostoringsreglement 1951;
-
d.
"radio-omroepontvangst", de ontvangst van de Nederlandse omroepzenders, werkende op frequenties tussen 40 en 240 megahertz;
-
e.
"omroepstoring", de storing, welke veroorzaakt wordt in de radio-omroepontvangst door een aan een verbrandingsmotor dienstbaar zijnde elektrische ontstekingsinrichting, welke op een afstand van 10 meter een stoorveldsterkte opwekt van 50 microvolt per meter of meer.