Besluit van 23 juni 1959, houdende uitvoering van artikel 4, eerste lid, onder a, van de Instellingswet Productschap voor Gedistilleerde Dranken

Besluit ex artikel 4 Instellingswet Productschap voor Gedistilleerde Dranken (1)

Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Algemene Zaken en van Onze Ministers van Economische Zaken en van Landbouw en Visserij van 16 juni 1959, no. 2475, afdeling Publiekrechtelijke Bedrijfsorganisatie;
Overwegende, dat het wenselijk is op een daartoe strekkend verzoek aan het produktschap voor gedistilleerde dranken de bevoegdheid tot enige prijsregeling te verlenen;
Gelet op artikel 4, eerste lid, onder a, van de Instellingswet Productschap voor Gedistilleerde Dranken (Stb. 1954, 450);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel

1

Onder aangelegenheden, verband houdende met het economisch verkeer tussen verschillende stadia van voortbrenging en afzet, als bedoeld in artikel 4, eerste lid, onder a, van de Instellingswet Productschap voor Gedistilleerde Dranken (Stb. 1954, 450), zijn begrepen de prijzen, waartegen gedistilleerde dranken aan buitenlandse afnemers tenminste moeten worden afgezet.

Artikel

2

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 juli 1959.

Onze Ministers van Algemene Zaken, van Economische Zaken en van Landbouw en Visserij zijn belast met de uitvoering van dit besluit, dat in het Staatsblad zal worden geplaatst.

Soestdijk
JULIANA.
De Staatssecretaris van Algemene Zaken, N. SCHMELZER.
De Minister van Economische Zaken, J. W. DE POUS.
De Minister van Landbouw en Visserij, V. G. M. MARIJNEN.
De Minister van Justitie, A. C. W. BEERMAN.