Wet van 28 oktober 1959, houdende uitvoering van het op 13 december 1955 te Parijs ondertekende Europese Vestigingsverdrag

Uitvoeringswet Europees Vestigingsverdrag

Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.
Allen, die dezen zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is voorzieningen te treffen tot uitvoering van het op 13 december 1955 te Parijs ondertekende Europese Vestigingsverdrag;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel

1

Artikel

2

Deze wet treedt in werking op een door Ons te bepalen datum.

Lasten en bevelen, dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst, en dat alle Ministeriële Departementen, Autoriteiten, Colleges en Ambtenaren, wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven ten Paleize Soestdijk
JULIANA.
De Minister van Justitie, A. C. W. BEERMAN.
De Minister van Buitenlandse Zaken, J. LUNS.
De Minister van Justitie, A. C. W. BEERMAN.