Besluit van 6 december 1960, houdende toekenning van enige prijsregelende bevoegdheid aan het Produktschap voor Veevoeder

Besluit ex artikel 14 Instellingswet Produktschappen en Hoofdproduktschap voor Akkerbouwprodukten (1)

Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.
Op de voordracht van de Staatssecretarissen van Algemene Zaken en van Economische Zaken en van Onze Minister van Landbouw en Visserij van 29 november 1960, no. 5016, afdeling Publiekrechtelijke Bedrijfsorganisatie;
Overwegende, dat het wenselijk is op een daartoe strekkend verzoek aan het Produktschap voor Veevoeder de bevoegdheid tot enige prijsregeling te verlenen;
Gelet op artikel 14, lid 1, onder a, van de Instellingswet Produktschappen en Hoofdproduktschap voor Akkerbouwprodukten (Stb. 1954, 451);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel

1

Onder aangelegenheden, verband houdende met het economisch verkeer tussen verschillende stadia van voortbrenging en afzet, als bedoeld in artikel 14, lid 1, onder a, van de Instellingswet Produktschappen en Hoofdproduktschap voor Akkerbouwprodukten, zijn begrepen de prijzen, waartegen grit aan buitenlandse afnemers ten minste moet worden afgezet.

Artikel

2

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad, waarin het wordt geplaatst.

Onze Ministers van Algemene Zaken, van Landbouw en Visserij en van Economische Zaken zijn belast met de uitvoering van dit besluit, dat in het Staatsblad zal worden geplaatst.

Soestdijk
JULIANA.
De Staatssecretaris van Algemene Zaken, N. SCHMELZER.
De Minister van Landbouw en Visserij, V. G. M. MARIJNEN.
De Staatssecretaris van Economische Zaken, G. M. J. VELDKAMP.
De Minister van Justitie, A. C. W. BEERMAN.