Wet van 27 september 1961, houdende uitvoering van het op 20 juni 1956 te New York gesloten Verdrag inzake het verhaal in het buitenland van uitkeringen tot onderhoud

Uitvoeringswet Verdrag onderhoudsverhaal in het buitenland 1956

Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is, voorzieningen te treffen tot uitvoering van het op 20 juni 1956 te New York gesloten Verdrag inzake het verhaal in het buitenland van uitkeringen tot onderhoud (Trb. 1957, 121);

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel

1

In deze wet wordt onder "het Verdrag" verstaan het op 20 juni 1956 te New York gesloten Verdrag inzake het verhaal in het buitenland van uitkeringen tot onderhoud.

Artikel

2

Als verzendende instellingen, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van het Verdrag, treedt op het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen.

Artikel

3

Als ontvangende instelling, bedoeld in artikel 2, tweede lid, van het Verdrag, treedt op het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen.

Artikel

4

Vervallen

Artikel

5

De gemeentebesturen en ambtenaren van de burgerlijke stand verschaffen het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen kosteloos alle inlichtingen en verstrekken hun kosteloos alle afschriften en uittreksels uit hun registers, welke het Bureau van hen vraagt ter uitvoering van de hem bij of krachtens deze wet opgedragen taak.

Artikel

6

De ontvangende instelling is bevoegd om ook zonder uitdrukkelijke volmacht, als bedoeld in artikel 3, derde lid, van het Verdrag, namens de verzoeker op te treden.

Artikel

7

Indien van een beslissing inzake onderhoud, gegeven in een land, dat partij is bij het Verdrag, het exequatur in Nederland wordt verzocht op grond van een andere internationale overeenkomst, kan dit exequatur door de ontvangende instelling, worden gevraagd.

Artikel

8

Artikel

9

Artikel

10

Artikel

11

Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regelen worden gesteld omtrent de wijze, waarop het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen de in deze wet bedoelde taak zal uitvoeren.

Artikel

12

Deze wet treedt in werking op een door Ons te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen, dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst, en dat alle Ministeriële Departementen, Autoriteiten, Colleges en Ambtenaren, wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven ten Paleize Soestdijk
JULIANA.
De Minister van Justitie, A. C. W. BEERMAN.
De Minister van Buitenlandse Zaken a.i., J. DE QUAY.
De Minister van Justitie, A. C. W. BEERMAN.