Rijkssubsidieregeling landelijke en provinciale kruisorganisaties

De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid,

Besluit:

HOOFDSTUK

I

Algemene bepalingen

Artikel

1

In deze beschikking wordt verstaan onder:

a.
„de minister”:

de Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid;

b.
„hoofdinspecteur”:

de geneeskundig hoofdinspecteur van de volksgezondheid;

c.
„landelijke organisatie”:

een rechtspersoonlijkheid bezittende landelijke kruisorganisatie, welke optreedt als overkoepelend of centraal orgaan op het terrein van de preventieve gezondheidszorg;

d.
„provinciale organisatie”;

een rechtspersoonlijkheid bezittende provinciale kruisorganisatie met eenzelfde doelstelling als de onder c bedoelde organisatie.

Artikel

2

Aan de landelijke en provinciale organisaties opgenomen in de bij deze beschikking behorende lijst kan, indien de wetgever de nodige gelden heeft toegestaan, op de voorwaarden vermeld in deze regeling, een subsidie worden toegekend ter zake van haar leidinggevende werk voor de volksgezondheid. Dit omvat werkzaamheden zowel op medisch en sociaal-hygiënisch als op organisatorisch en administratief gebied.

Artikel

3

Op het ministerie moet zijn gedeponeerd een gewaarmerkt afschrift van de statuten, c.q. de stichtingsakte van de organisatie; wijzigingen van de statuten, c.q. akte dienen onverwijld aan de Minister te worden medegedeeld.

HOOFDSTUK

II

Bepalingen betreffende het subsidie

Artikel

4

Artikel

5

Artikel

6

Artikel

7

De organisatie richt vóór 1 maart van het jaar, waarvoor subsidie wordt gewenst, een aanvraag tot de minister, onder overlegging van:

  • a.

    een nominatieve opgave van de op 1 januari van dat jaar in dienst zijnde functionarissen van de voor subsidie in aanmerking komende personeelsformatie, volgens het daarvoor door de hoofdinspecteur vastgestelde model;

  • b.

    voor zover het de provinciale organisaties betreft, een opgave van het aantal leden op die datum. Onder leden worden verstaan de aan de plaatselijke kruisverenigingen contribuerende gezinshoofden en meerderjarige ongehuwde personen.

HOOFDSTUK

III

Slotbepalingen

Artikel

8

Voor zover dit ter bepaling van het subsidie noodzakelijk is, moet te allen tijde inzage in de financiële administratie aan de hiertoe door de minister aan te wijzen ambtenaren worden verleend.

Artikel

9

De provinciale organisaties dienen vóór 1 juli, de landelijke vóór 1 oktober van elk jaar een jaarverslag over de werkzaamheden in het afgelopen jaar in bij de minister en de hoofdinspecteur.

Artikel

10

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 1962.

Deze beschikking, welke in afschrift zal worden gezonden aan de Algemene Rekenkamer, kan worden aangehaald als: Rijkssubsidieregeling landelijke en provinciale kruisorganisaties, en zal worden geplaatst in de Staatscourant.

's-Gravenhage
De minister voornoemd, G. M. J.Veldkamp