Besluit van 10 augustus 1962, houdende uitvoering van artikel 993b, tweede lid van het Burgerlijk Wetboek

Besluit ex artikel 993b, tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek

Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.
Op de voordracht van Onze Ministers van Defensie en van Justitie van 17 mei 1962, Directoraat Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving en Publiekrecht, nr. 202.180/T en van 13 juni 1962, Stafafdeling Wetgeving, nr. 164/662;
De Raad van State gehoord (advies van 11 juli 1962, nr. 39);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Defensie van 27 juli 1962, nr. 202.180/Z;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel

1

Artikel

2

Degene die de bekendmaking heeft gedaan, maakt hiervan een proces-verbaal in tweevoud op, hetwelk hij onverwijld zendt aan Onze Minister van Defensie. Deze zendt onverwijld een exemplaar aan Onze Minister van Justitie.

Artikel

3

Dit besluit treedt in werking tegelijk met de Wet van 27 september 1961, Stb. 304.

Onze Ministers van Defensie en van Justitie zijn, ieder voor zoveel hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit, dat in het Staatsblad zal worden geplaatst en waarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State.

Porto Ercole
JULIANA.
De Minister van Defensie, S. H. VISSER.
De Minister van Justitie, A. C. W. BEERMAN.
De Minister van Justitie, A. C. W. BEERMAN.