RIJKSREGELING TOT VASTSTELLING VAN DE SUBSIDIEVOORWAARDEN VOOR KRAAMINTERNATEN

Rijksregeling tot vaststelling van de subsidievoorwaarden voor kraaminternaten

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Volksgezondheid,

Besluit:

Hoofdstuk

I

Algemene bepalingen

Artikel

1

Deze beschikking verstaat onder:

a.
minister:

de Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid;

b.
hoofdinspecteur:

de geneeskundige hoofdinspecteur van de volksgezondheid;

c.
inspecteur:

de geneeskundige inspecteur van de volksgezondheid, binnen wiens ambtsgebied het internaat is gevestigd;

d.
internaat:

een internaat voor de vorming en theoretische opleiding tot kraamverzorgster;

e.
organisatie:

een landelijke of provinciale kruisorganisatie of een andere rechtspersoonlijkheid bezittende instelling, welke een internaat exploiteert.

Artikel

2

Artikel

3

Hoofdstuk

II

Bepalingen betreffende de inrichting, het personeel en de docenten

Artikel

4

De huisvesting van het internaat dient te voldoen aan eisen welke – de aard van de aan het internaat te geven opleiding in aanmerking genomen – naar het oordeel van de Minister in redelijkheid kunnen worden gesteld.

Artikel

5

Artikel

6

Vervallen

Artikel

7

De directrice, de stafleden, de docenten en het overige personeel dienen in het bezit te zijn van een geldige verklaring, dat zij niet lijden aan tuberculose van de ademhalingsorganen, afgegeven ingevolge de Wet bescherming leerlingen tegen besmettingsgevaar (Stb. 1953, 349).

Artikel

8

Vervallen

Artikel

9

Vervallen

Hoofdstuk

III

De cursussen

Artikel

10

De theoretische en praktische opleiding, de toelating tot de opleiding, de beoordeling en het eindexamen geschieden overeenkomstig door de minister vast te stellen regelen (kernprogramma).

Artikel

11

Artikel

12

Op het te verstrekken subsidie wordt een door de minister vast te stellen bedrag in mindering gebracht wegens het genieten van kost en inwoning in het internaat door stafleden, docenten en overig personeel en gediplomeerde kraamverzorgsters.

Artikel

13

Vervallen

Artikel

14

Vervallen

Artikel

15

Vervallen

Hoofdstuk

IV

De subsidie

Artikel

16

Artikel

17

Met betrekking tot de in artikel 16, derde lid, vermelde exploitatielasten kan de minister maximumbedragen voor de berekening van de subsidie vaststellen.

Artikel

18

Artikel

19

Artikel

20

Artikel

21

Artikel

22

Artikel

23

De organisaties zijn verplicht desgevraagd inzage te verlenen in de financiële administratie aan de inspecteur of aan de hiertoe door de minister aan te wijzen ambtenaren, terwijl ook overigens alle door de minister, de door deze aangewezen ambtenaren of door de inspecteur gewenste inlichtingen terstond naar waarheid dienen te worden verstrekt, desverlangd schriftelijk.

Artikel

24

De organisatie zendt jaarlijks vóór 1 juni een verslag aan de minister over de toestand van het onderwijs aan het internaat in het afgelopen kalenderjaar, volgens een door de hoofdinspecteur vast te stellen model.

Artikel

24a

De organisatie behoeft van tevoren de goedkeuring van de minister voor verandering van de bestemming van onroerend goed, in gebruik bij of bestemd voor het internaat, voor zover dit onroerend goed uit subsidie van het Rijk is voortgekomen.

Wanneer de organisatie de exploitatie van het internaat beëindigt of uit anderen hoofde het recht op subsidie verliest dan wel het onroerend goed met goedkeuring van de minister geheel of gedeeltelijk vervreemdt, komen haar eigendommen, onderscheidenlijk de opbrengst daarvan, voor zover deze uit een subsidie van het Rijk zijn voortgekomen, ter beschikking van het Rijk, in de verhouding tot de bedragen, welke het Rijk en de organisatie in het onroerend c.q. roerend goed hebben geïnvesteerd.

Hoofdstuk

V

Toezicht

Artikel

25

Het toezicht op de internaten wordt uitgeoefend door de inspecteur.

Artikel

26

De organisaties zijn gehouden aan de inspecteur alle inlichtingen te verschaffen, die hij voor de juiste vervulling van zijn taak nodig heeft.

Hoofdstuk

VI

Slotbepalingen

Artikel

27

In bijzondere gevallen kan de minister van de hierbovengenoemde voorwaarden ontheffing verlenen.

Artikel

28

Wijzigt de Rijksregeling tot vaststelling van subsidievoorwaarden voor de kraamzorg

Artikel

29

Wijzigt de Rijksregeling tot vaststelling van subsidievoorwaarden voor de kraamzorg

Artikel

30

Wijzigt de Rijksregeling tot vaststelling van subsidievoorwaarden voor de kraamzorg

Artikel

31

Deze regeling, waarvan een afschrift zal worden gezonden aan de Algemene Rekenkamer, kan worden aangehaald als: Rijksregeling tot vaststelling van de subsidievoorwaarden voor kraaminternaten.

Artikel

32

Deze regeling zal worden geplaatst in de Nederlandse Staatscourant en zal geacht worden met ingang van 1 januari 1964 in werking te zijn getreden.

's-Gravenhage
De staatssecretaris voornoemd, A. J. H.Bartels

BIJLAGE

Salarisschaal voor de directrice

Voor de berekening van het subsidie als bedoeld in artikel 16, lid 2, wordt uitgegaan van de volgende salarisschalen en honoraria:

Directrice:

Salarisschaal 5 bijlage B van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1948 (B.B.R.A.), verlengd tot in totaal 20 periodieke verhogingen.

Het aantal verplichte lesuren per week bedraagt ten minste 5.

Vormingsleidster/groepsleidster:

Salarisschaal 3b (31 wekelijkse lesuren) van het Rechtspositiebesluit Wet op het voortgezet onderwijs (W.V.O.).

Het aantal verplichte lesuren per week bedraagt ten minste 10.

Huishoudlerares tevens hoofd huishouding:

Salarisschaal 3b (31 wekelijkse lesuren) van het Rechtspositiebesluit Wet op het voortgezet onderwijs (W.V.O.).

Het aantal verplichte lesuren per week bedraagt ten minste 12.

Hoofd huishouding:

Salarisschaal 32 bijlage A van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1948 (B.B.R.A.).

Docenten in vaste dienst:

Salarisschaal 3b van het Rechtspositiebesluit Wet op het voortgezet onderwijs (W.V.O.) volgens een door de Minister goed te keuren aantal wekelijkse lesuren.

Het aantal verplichte lesuren per week bedraagt ten minste 14

Docenten op uurbasis:

Het door de Minister redelijk geachte honorarium voor docenten op uurbasis.

Schoonmaaksters:

De loonregeling rijkswerkvrouwen bijlage E van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1948 (B.B.R.A.).