Artikel
1
De in artikel 16 van de Bestrijdingsmiddelenwet 1962 bedoelde hoeveelheid bedraagt voor een bestrijdingsmiddel, door Onze Minister van Volksgezondheid en Milieuhygiëne en Onze Minister van Landbouw en Visserij bij regeling aangewezen, met betrekking tot een of meer daarbij aangewezen eet- of drinkwaren de uit het oogpunt van goed landbouwkundig gebruik en van volksgezondheid aanvaardbare hoeveelheid, bij die regeling vast te stellen.