Besluit van 23 februari 1965, houdende uitvoering van artikel 18 van de Noodwet rechtspleging

Uitvoeringsbesluit artikel 18 Noodwet rechtspleging

Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Justitie van 14 januari 1965, Stafafdeling Wetgeving Publiekrecht, nr. 12/665;
De Raad van State gehoord (advies van 3 februari 1965, nr. 43);
Gezien het nader rapport van Onze voornoemde Minister van 16 februari 1965, Stafafdeling Wetgeving Publiekrecht, nr. 69/665;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel

1

De bevoegdheden, welke de Noodwet rechtspleging aan Onze Minister van Justitie toekent, worden voor zolang de verbinding tussen een gebied en Onze Minister is verbroken, uitgeoefend door Onze Commissaris in de provincie, waarin dat gebied is gelegen. Bij de vervulling van deze taak pleegt Onze Commissaris, zo mogelijk, overleg met het College van procureurs-generaal.

Artikel

2

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad, waarin het is geplaatst.

Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit, dat in het Staatsblad en de Nederlandse Staatscourant zal worden geplaatst en waarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State.

Soestdijk
JULIANA.
De Minister van Justitie, Y. SCHOLTEN.
De Minister van Justitie, Y. SCHOLTEN.