Artikel
1
1
Aan personen, die voor de dienstplicht zijn of worden ingeschreven voor de lichting 1966, 1967 of 1968, zal desgevraagd vrijstelling van dienst als gewoon dienstplichtige wegens aanwezigheid van een bijzonder geval worden verleend, indien en voor zolang zij zijn benoemd in een rang, als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van het Rangenbesluit politiepersoneel 1958 (Stb. 1957, 549).
2
De vrijstelling wordt aanvankelijk verleend voor de duur van twee jaren. Na het verstrijken van deze termijn wordt de vrijstelling desgevraagd telkens voor een zelfde duur verlengd, met dien verstande, dat voorgoed vrijstelling zal worden verleend met ingang van 1 januari van het kalenderjaar, waarin een persoon, als bedoeld in het vorig lid, 26 jaar oud wordt.