Uitvoeringsbeschikking dividendbelasting 1965

De Staatssecretaris van Financiën,

Besluit:

Artikel

1

Deze regeling geeft uitvoering aan de artikelen 4, tweede lid, 4c, vierde lid, 9 en 10 van de Wet op de dividendbelasting 1965.

Artikel

1a

Indien een inhoudingsplichtige op de voet van artikel 4, tweede lid, van de Wet op de dividendbelasting 1965 inhouding van belasting achterwege laat, dient hij de volgende gegevens op overzichtelijk wijze te administreren:

  • a.

    de naam, het adres en het sociaal-fiscaal nummer van de werknemer aan wie de opbrengst ter beschikking wordt gesteld;

  • b.

    het aantal aandelen en het aantal winst-bewijzen dat de werknemer als loon of vrijgesteld loon heeft ontvangen en dat door hem op het tijdstip dat de opbrengst ter beschikking wordt gesteld, wordt gehouden;

  • c.

    het tijdstip waarop deze aandelen respectievelijk winstbewijzen als loon of vrijgesteld loon door de werknemer zijn ontvangen;

  • d.

    de opbrengst van deze aandelen respectievelijk winstbewijzen alsmede het gedeelte van deze opbrengst ten aanzien waarvan inhouding van belasting achterwege blijft.

Artikel

1aa

Artikel

1b

De in artikel 9, eerste lid, van de Wet op de dividendbelasting 1965 bedoelde nota – hierna te noemen: dividendnota – houdt in:

  • a.

    de naam en het adres van degene die de nota uitreikt;

  • b.

    de naam en het adres van de rechthebbende;

  • c.

    de dag waarop de opbrengst ter beschikking is gesteld;

  • d.

    de omschrijving en het bedrag van de opbrengst;

  • e.

    de ingehouden belasting over de totale in de nota begrepen opbrengst.

Artikel

3

Artikel

4

Vervallen

Artikel

5

's-Gravenhage
De Staatssecretaris van Financiën,
Voor deze:
De directeur-generaal voor fiscale zaken in algemene dienst, C. P.Tuk

Bijlage

Vervallen

Bijlage

A

Vervallen

Bijlage

B

Vervallen