Artikel
1
Over bedragen, welke krachtens de Algemene burgerlijke pensioenwet door een lichaam aan het fonds verschuldigd zijn en worden voldaan na het voor de betaling daarvan in of krachtens genoemde wet bepaalde tijdstip, is door dat lichaam, te rekenen van bedoeld tijdstip tot de dag van ontvangst der betaling, aan het fonds een rente verschuldigd, berekend met inachtneming van het op de eerste dag van het kwartaal of de kwartalen, waarop de achterstalligheid betrekking heeft, gegolden hebbende percentage van de wettelijke rente als bedoeld in de artikelen 1286 en 1804 van het Burgerlijk Wetboek.