Wet van 23 juni 1966, houdende regelen betreffende de omzetting van de tak van Rijksdienst, omvattende de Staatsmijnen in Limburg, in een naamloze vennootschap

Wet omzetting tak Rijksdienst, omvattende de Staatsmijnen in Limburg, in een naamloze vennootschap

Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de tak van Rijksdienst, omvattende de Staatsmijnen in Limburg, om te zetten in een naamloze vennootschap en dienaangaande regelen te stellen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel

1

Artikel

2

Artikel

3

Artikel

4

De Staat wordt voor alle met het bezit der aandelen verband houdende handelingen vertegenwoordigd door Onze Minister van Economische Zaken.

Artikel

5

Artikel

6

Vervallen

Artikel

7

Het personeel in dienst bij de Staatsmijnen in Limburg, voor zover niet tot de hoofddirectie behorend, gaat bij de oprichting der vennootschap in dienst van deze over. Voor de vaststelling van de aan het dienstverband bij de vennootschap te ontlenen rechten geldt voor het personeel, alsmede voor de leden van de hoofddirectie de diensttijd doorgebracht bij de Staatsmijnen in Limburg als vervuld in dienst van de vennootschap.

Artikel

8

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

9

Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad, waarin zij wordt geplaatst.

Lasten en bevelen, dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst, en dat alle Ministeriële Departementen, Autoriteiten, Colleges en Ambtenaren, wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven ten Paleize Soestdijk
JULIANA.
De Minister van Economische Zaken, J. M. DEN UYL.
De Minister van Financiën, A. VONDELING.
De Minister van Justitie, SAMKALDEN.