Artikel
1
1
Voor de toepassing van deze regels wordt onder loon verstaan het loon in de zin van de Coördinatiewet Sociale Verzekering, met dien verstande dat hetgeen niet of niet geheel is uitbetaald eveneens tot het loon behoort.
2
In afwijking van het bepaalde in het eerste lid worden geacht tot het loon te behoren:
-
a.
het werknemersaandeel in de pensioenpremie, tenzij deze premie door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen ingevolge een algemene maatregel van bestuur, als bedoeld in artikel 59 van de Ziektewet, ten behoeve van de werknemer geheel of gedeeltelijk naast het ziekengeld wordt verstrekt;
-
b.
het rechtens geldende loon, voor zover dit niet is genoten;
-
c.
bijdragen strekkende tot betaling van premie van een door of voor de werknemer afgesloten particuliere ziektekostenverzekering, tenzij op de werkgever de verplichting rust deze ook tijdens ziekte te verstrekken.
-
d.
bedragen welke zijn ingehouden als bijdrage voor aanspraken die naar aard en strekking overeenkomen met aanspraken ingevolge sociale verzekeringswetten, waaronder begrepen aanspraken op grond van hoofdstuk 3, afdeling 2, van de Wet arbeid en zorg, of als bijdrage voor aanspraken op uitkeringen wegens overlijden of invaliditeit ten gevolge van een ongeval.
3
In afwijking van het bepaalde in het eerste lid worden geacht niet tot het loon te behoren:
-
a.
aanspraken uit een dienstbetrekking als bedoeld in artikel 10, tweede lid, van de Wet op de loonbelasting 1964;
-
b.
bedragen, welke de hoogte van het rechtens geldende loon te boven gaan;
-
c.
bedragen, strekkende tot vergoeding van te maken onkosten, ook al zijn deze niet in een afzonderlijke onkostenvergoeding vastgesteld;
-
d.
gratificaties, tantièmes, uitkeringen ingevolge winstdeling, uitkeringen in de vorm van aandelen en andere dergelijke uitkeringen;
-
e.
vakantietoeslag, loon bestemd voor vakantiedagen, niet zijnde vakantietoeslag, alsmede vergoeding voor niet-genoten vakantie;
-
f.
feestdagentoeslag, tenzij in het desbetreffende beroep onder normale omstandigheden in de bedrijfstak arbeid op feestdagen wordt verricht;
-
g.
prestatie- en produktiepremie, voor zover deze een incidenteel of uitzonderlijk karakter dragen;
-
a.
uitkeringen die het karakter hebben van een 13e maandloon of een eindejaarsuitkering;
-
a.
-
h.
vergoeding voor reisuren, voor zover door het in aanmerking nemen van deze uren de normale wekelijkse arbeidsduur volgens arbeidsovereenkomst en toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst zou worden overschreden;
-
i.
afzonderlijke bijdragen, strekkende tot betaling van premie van een door of voor de werknemer afgesloten verzekering;
-
j.
uitkeringen en verstrekkingen uit fondsen;
-
k.
uitkeringen en verstrekkingen tot dekking van kosten ter zake van ziekte, invaliditeit, bevalling en sterfgeval;
-
l.
vrije uniform- en andere kleding;
-
m.
kindertoelagen;
-
n.
afzonderlijke bijdragen, strekkende tot tegemoetkoming in de betaling van de rente van een hypotheek, rustende op de woning van de werknemer.
-
p.
het voordeel dat voor de werknemer is gelegen in het gebruik voor privé-doeleinden van een auto en/of telefoon, waarvan de kosten geheel of gedeeltelijk door de werkgever worden gedragen;
-
q.
de waarde van door de werkgever verstrekte aandelenoptiereglingen;
-
r.
uitkeringen en verstrekkingen op grond van sociale verzekeringswetten, waaronder begrepen toeslagen op grond van de Toeslagenwet, en uitkeringen op grond van hoofdstuk 3, afdeling 2, van de Wet arbeid en zorg;
-
s.
periodieke uitkeringen, die naar aard en strekking overeenkomen met uitkeringen op grond van de Ziektewet, hoofdstuk 3, afdeling 2, paragraaf 1, van de Wet arbeid en zorg, de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering of de Werkloosheidswet;
-
t.
uitkeringen over tijdvakken, waarin de werknemer geen arbeid verricht, indien die uitkeringen minder bedragen dan de helft van zijn loon;
-
u.
het voordeel dat voor de werknemer is gelegen in een door de werkgever ter beschikking gesteld recht op vrij reizen met Nederlands openbaar vervoer;
-
v.
de waarde van door de werkgever verstrekte aandelenoptierechten;
-
w.
het voordeel dat voor de werknemer, werkzaam in de geestelijke en of lichamelijke gezondheids- of welzijnszorg, is gelegen in het gebruiken van de maaltijd in de werktijd tezamen met de hem toevertrouw de patiënten, pupillen of bewoners, indien hiertoe op basis van de arbeidsovereenkomst of aanstelling een verplichting bestaat op grond van opvoedkundige of therapeutische overwegingen of anderszins overwegingen van resocialiserende aard;
-
x.
het voordeel dat voor de werknemer is gelegen in kinderopvang, welke door of vanwege de werkgever wordt verzorgd, alsmede een vergoeding van de werkgever in de kosten van kinderopvang;
-
y.
niet in geld genoten loon in de vorm van produkten uit het bedrijf van de werkgever, waarvan de hoeveelheid niet uitgaat boven hetgeen in een gezin als dat van de werknemer pleegt te worden geconsumeerd, behoudens voor zover het bedrag van de integrale kostprijs voor de werkgever meer bedraagt dan de bijdrage van de werknemer;
-
z.
het voordeel dat voor de werknemer van een dagbladuitgeversbedrijf is gelegen in een gratis abonnement op een dagblad uitgegeven door dat bedrijf.