Besluit van 27 juni 1967, houdende vaststelling van een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in artikel 19 en artikel 26 van de Liquidatiewet ongevallenwetten

Besluit berekening afkoopsommen ongevalsuitkeringen

Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 13 juni 1967, nr. 57777, Directoraat-Generaal voor Sociale Voorzieningen, Directie Sociale Verzekering, Afdeling Algemene Zaken;
De Raad van State gehoord (advies van 21 juni 1967, nr. 60);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 26 juni 1967, nr. 58107, Directoraat-Generaal voor Sociale Voorzieningen, Directie Sociale Verzekering, Afdeling Algemene Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

§

1

Algemene bepaling

§

2

Aanspraken krachtens artikel 17 van de Liquidatiewet ongevallenwetten

Artikel

2

Voor de berekening der contante waarde, betrekking hebbend op gevallen als bedoeld in artikel 17, eerste lid, van de Liquidatiewet ongevallenwetten, worden deze gevallen onderscheiden in:

  • a.

    gevallen, waarin de uitkering op de dag, voorafgaande aan de liquidatiedatum, anders dan voorlopig is vastgesteld;

  • b.

    gevallen, waarin de uitkering op de dag, voorafgaande aan de liquidatiedatum, voorlopig is vastgesteld en op dit tijdstip ten minste 2 jaar is verstreken sedert het ongeval plaatsvond;

  • c.

    gevallen, waarin de uitkering op de dag, voorafgaande aan de liquidatiedatum, voorlopig is vastgesteld en waarin op dat tijdstip minder dan 2 jaar is verstreken sedert het ongeval plaatsvond, doch die een zodanig blijvend karakter hebben, dat de mate van ongeschiktheid tot werken als definitief kan worden beschouwd;

  • d.

    de overige gevallen.

Artikel

3

Voor de berekening der contante waarde, betrekking hebbend op gevallen als bedoeld in artikel 17, tweede lid, van de Liquidatiewet ongevallenwetten, worden deze gevallen onderscheiden in:

  • a.

    gevallen, die op de dag, waarop een jaar na het ongeval is verstreken, een zodanig blijvend karakter hebben, dat de mate van ongeschiktheid tot werken als definitief kan worden beschouwd;

  • b.

    de overige gevallen.

Artikel

4

Artikel

5

Artikel

6

Artikel

7

§

3

Aanspraken krachtens artikel 18 van de Liquidatiewet ongevallenwetten

Artikel

8

Voor de berekening der contante waarde, betrekking hebbend op gevallen als bedoeld in artikel 18 van de Liquidatiewet ongevallenwetten, worden deze gevallen onderscheiden in:

  • a.

    gevallen, waarin tussen de datum, waarop het ongeval plaatsvond en de eerste dag van de maand, waarin de betrokkene 65 jaar wordt, ten minste 2 jaar is verstreken;

  • b.

    gevallen, waarin tussen de datum, waarop het ongeval plaatsvond en de eerste dag van de maand, waarin de betrokkene 65 jaar wordt, minder dan 2 jaar is verstreken, doch die een zodanig blijvend karakter hebben, dat de mate van ongeschiktheid tot werken als definitief kan worden beschouwd;

  • c.

    de overige gevallen.

Artikel

9

Artikel

10

Artikel

11

§

4

De afkoopsom

Artikel

12

§

5

Slotbepalingen

Artikel

13

Dit besluit kan worden aangehaald als Besluit berekening afkoopsommen ongevalsuitkeringen.

Artikel

14

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na die, waarop het in het Staatsblad is geplaatst, en werkt terug tot 1 juli 1967.

Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit, dat in het Staatsblad zal worden geplaatst en waarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State.

Soestdijk
JULIANA.
De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, B. ROOLVINK.
De Minister van Justitie, C. H. F. POLAK.