Artikel
1
1
De oproeping tot een bijeenkomst van de ledenvergadering geschiedt ten minste veertien volle dagen tevoren door toezending aan alle leden van de Orde van een agenda, mede vermeldende plaats, dag en aanvangsuur der vergadering.
Stelt de volgende verordening vast:
De oproeping tot een bijeenkomst van de ledenvergadering geschiedt ten minste veertien volle dagen tevoren door toezending aan alle leden van de Orde van een agenda, mede vermeldende plaats, dag en aanvangsuur der vergadering.
Indien het bestuur met het bijeenroepen van een vergadering binnen een maand na ontvangst van een verzoek daartoe, als bedoeld in artikel 8 van de Wet op de Registeraccountants, in gebreke blijft, zijn de aanvragende leden bevoegd de vergadering zelf bijeen te roepen.
Bij verhindering of ontstentenis van de voorzitter berust de leiding van de ledenvergadering bij de plaatsvervangende voorzitter.
Jaarlijks op een door het bestuur te bepalen dag, uiterlijk in december, vindt een bijeenkomst van de ledenvergadering plaats.
Op de agenda voor deze vergadering komen ten minste de volgende punten voor:
vaststelling van de notulen van de vorige jaarlijkse bijeenkomst van de ledenvergadering;
behandeling van het verslag van het bestuur bedoeld in artikel 32 van de Wet op de Registeraccountants;
vaststelling van de rekening en verantwoording van het bestuur over het beheer der financiën in het afgelopen boekjaar;
vaststelling van de begroting van de Orde voor het komende boekjaar, alsmede zo nodig van een aanvullende begroting voor het lopende boekjaar;
vaststelling van de verordening, als bedoeld in artikel 27 van de Wet op de Registeraccountants, betreffende de bijdrage van de leden voor het lopende boekjaar;
benoeming uit de leden van een accountant, die belast is met de controle op de financiële verantwoording, benevens een plaatsvervanger voor deze;
benoeming van bestuursleden;
benoeming uit de leden van het bestuur van de voorzitter, alsmede van een plaatsvervangende voorzitter;
benoeming van leden van de raad voor geschillen.
Het bestuur stelt – de ledenvergadering gehoord – nadere regelen vast betreffende de wijze, waarop de kandidaatstelling plaatsvindt voor de in het voorgaande artikel, lid 2, onder f, g, h en i bedoelde vacatures en omtrent de bij de stemmingen over deze vacatures te volgen procedure.
Deze verordening kan worden aangehaald onder de naam: Verordening op de ledenvergadering.