-
a.
onbestraalde splijtstoffen: splijtstoffen, die niet aan kunstmatige bestraling met neutronen blootgesteld zijn geweest;
-
b.
natuurlijk uranium: uranium, waarin het massagehalte van de uraniumisotopen gelijk is aan dat, wat in de natuur wordt aangetroffen;
-
c.
verarmd uranium: uranium, waarin het massagehalte van uranium-235 en van uranium-233 tezamen kleiner is dan het massagehalte van uranium-235 in natuurlijk uranium;
-
d.
verrijkt uranium: uranium, waarin het massagehalte van uranium-235 en uranium-233 tezamen groter is dan het massagehalte van uranium-235 in natuurlijk uranium;
-
e.
gehalte: massagehalte van de elementen uranium, thorium en plutonium in splijtstoffen;
-
f.
verrijkingsgraad: massagehalte van uranium-235 en uranium-233 tezamen in verrijkt uranium;
-
g.
nuclide: atoomsoort, voor zover deze bepaald wordt door massagetal, atoomnummer en energietoestand van de kern;
-
h.
atoomkernmutatie: overgang van een atoomkern van het ene nuclide in een atoomkern van een ander nuclide;
-
i.
activiteit:
-
1e.
indien het betreft de activiteit van een bepaald nuclide: het aantal spontane atoomkernmutaties in een hoeveelheid van dat nuclide in een ten opzichte van de halveringstijd kort tijdsinterval, gedeeld door de duur van dit interval;
-
2e.
indien het betreft de activiteit van een stof: de som van de activiteiten van de nucliden, welke in de stof voorkomen;
-
j.
-
1e.
curie (symbool Ci): eenheid van activiteit, ter grootte van 3,7 * 1010 atoomkernmutaties per seconde;
-
2e.
becquerel (symbool Bq): eenheid van activiteit, ter grootte van 1 atoomkernmutatie per seconde;
-
k.
geabsorbeerde dosis: hoeveelheid energie door ioniserende straling aan een hoeveelheid stof op een bepaalde plaats overgedragen, gedeeld door de massa van die hoeveelheid stof;
-
l.
rad: eenheid van geabsorbeerde dosis, zijnde 10-2 joule per kilogram of 100 erg per gram;
-
m.
kwaliteitsfactor: factor, welke op grond van overwegingen, verband houdende met de bescherming van personen tegen ioniserende straling, aan een stralingssoort wordt toegekend op grond van zijn biologische werkzaamheid;
-
n.
dosisequivalent: produkt van de geabsorbeerde dosis en een of meer factoren (waaronder de kwaliteitsfactor), door welke de biologische werkzaamheid van de geabsorbeerde dosis tot uitdrukking wordt gebracht;
-
o.
rem: eenheid van dosisequivalent, met dien verstande dat het dosisequivalent, uitgedrukt in deze eenheid, numeriek gelijk is aan de geabsorbeerde dosis in rad, vermenigvuldigd met de onder n bedoelde factoren;
-
p.
sievert (symbool Sv): eenheid van dosisequivalent ter grootte van 100 rem;
-
q.
effectief dosisequivalent: som van de gewogen gemiddelde dosisequivalenten in de verschillende organen of weefsels;
-
r.
dosistempo: de geabsorbeerde dosis of het dosisequivalent in een tijdsinterval, gedeeld door de duur van dit interval;
-
s.
besmetting: uit het oogpunt van stralingshygiëne ongewenste verontreiniging met splijtstoffen, ertsen of radioactieve stoffen;
-
t.
lozing in lucht: het in de lucht laten ontsnappen van gasvormige splijtstoffen of radioactieve stoffen dan wel van in de luchtstroom meegevoerde deeltjes splijtstoffen, ertsen of radioactieve stoffen;
-
u.
lozing in water: het lozen van vloeibare of in water opgeloste splijtstoffen of radioactieve stoffen dan wel van in de waterstroom meegevoerde deeltjes splijtstoffen, ertsen of radioactieve stoffen.