Beschikking toezicht naleving Kernenergiewet

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Volksgezondheid en
De Ministers van Economische Zaken, van Financiën, van Verkeer en Waterstaat, van Landbouw en Visserij, van Defensie en van Binnenlandse Zaken,
in overeenstemming met de Ministers van Justitie en van Onderwijs en Wetenschappen;

Besluiten:

Artikel

1

Artikel

2

Met het toezicht op de naleving van het bij en krachtens de Kernenergiewet bepaalde en bevolene zijn mede belast de de hoofdinspecteurs en inspecteurs van de Inspectie voor de Gezondheidszorg en de controle-ambtenaren van de Keuringsdienst van Waren, alsmede de onder hun bevelen werkzame ambtenaren, met uitzondering van hen die meer in het bijzonder administratieve werkzaamheden uitoefenen. Bij de vervulling van hun taak beperken zij zich tot het toezicht op de naleving van het bij en krachtens de in artikel 1 genoemde artikelen van de Kernenergiewet bepaalde en bevolene voor zover ieders taak ingevolge de Gezondheidswet tot handhaving van wettelijke voorschriften op het gebied van de volksgezondheid daarop betrekking heeft en het niet behoort tot het terrein van de in de artikelen 3 en 4 genoemde ambtenaren.

Artikel

3

Artikel

4

Artikel

5

Met het toezicht op de naleving van het bij en krachtens de Kernenergiewet bepaalde en bevolene zijn mede belast de door de Minister van Economische Zaken aan te wijzen ambtenaren van de Accountantsdienst van het Ministerie van Economische Zaken. Bij de vervulling van hun taak beperken zij zich tot het toezicht op de naleving van het bij en krachtens de artikelen 14, 15, 19, 21, 26, 66, 67, 73 en 76 van die wet bepaalde en bevolene voor zover het betreft het binnen en buiten Nederlands grondgebied brengen en doen brengen van splijtstoffen alsmede de registratie van splijtstoffen en ertsen.

Artikel

6

Artikel

7

Artikel

8

Met het toezicht op de naleving van het bij en krachtens de Kernenergiewet bepaalde en bevolene zijn mede belast de Directeur van de Veeartsenijkundige Dienst en de onder zijn bevelen werkzame, door de Minister van Landbouw en Visserij aan te wijzen andere ambtenaren van die dienst, alsmede de door de Minister van Landbouw en Visserij aan te wijzen ambtenaren van de Algemene Inspectiedienst van het Ministerie van Landbouw en Visserij. Bij de vervulling van hun taak beperken eerstbedoelde, onderscheidenlijk laatstbedoelde ambtenaren zich tot het toezicht op de naleving van het bij en krachtens de artikelen 29, 31, 32, 34, 35, 40, 43, 66 en 73 van die wet bepaalde en bevolene voor zover het betreft blootstelling van dieren en voedermiddelen voor dieren, onderscheidenlijk van landbouwprodukten in de zin van artikel 1 van de Noodwet Voedselvoorziening (Stb. 1962, 566), aan ioniserende straling en radioactieve besmetting.

Artikel

9

Artikel

10

Met het toezicht op de naleving van het bij en krachtens de Kernenergiewet bepaalde en bevolene zijn mede belast de door de Minister van Economische Zaken aangewezen beveiligingsambtenaar, zomede de hoofdambtenaar, bij het Ministerie van Defensie (Marine) belast met de industriebeveiliging. Bij de vervulling van hun taak beperken zij zich tot het toezicht op de naleving van het bij en krachtens de artikelen 19, 21, 26, 66 en 68 van die wet bepaalde en bevolene, voor zover het betreft de veiligheid van de staat of verplichtingen tot geheimhouding.

Artikel

11

Artikel

12

's-Gravenhage
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Volksgezondheid , R. J. H. Kruisinga.
De Minister van Economische Zaken, L. deBlock.
De Minister van Financiën, H. J. Witteveen.
De Minister van Verkeer en Waterstaat, J. A. Bakker.
De Minister van Landbouw en Visserij, P. J. Lardinois.
De Minister van Defensie, W. den Toom.
De Minister van Binnenlandse Zaken, H. K. J.Beernink.