Artikel
1
1
Met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens de Kernenergiewet bepaalde en bevolene zijn belast de Hoofdinspecteur en de regionale inspecteurs van de Volksgezondheid, belast met het toezicht op de hygiëne van het milieu, en de onder hun bevelen werkzame ambtenaren, met uitzondering van hen die meer in het bijzonder administratieve werkzaamheden uitoefenen. Bij de vervulling van hun taak beperken zij zich tot het toezicht op de naleving van het bij of krachtens de artikelen 14, 15, 15c tot en met 15e, 18 tot en met 19, 21, 22, 26, 28, 29, 31 tot en met 37b, 39, 43 tot en met 44, 46 tot en met 49d, 66 tot en met 68, 70, 72, 73, 76 en 76a van die wet bepaalde en bevolene voor zover het betreft de bescherming van het biologische, chemische en fysische milieu van de mens en niet behoort tot het terrein van de in de artikelen 3 en 4 genoemde ambtenaren.
2
Met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens de Kernenergiewet bepaalde en bevolene zijn mede belast de ambtenaren van de Kernfysische Dienst van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, met uitzondering van hen die meer in het bijzonder administratieve werkzaamheden uitoefenen. Bij de vervulling van hun taak beperken zij zich tot het toezicht op de naleving van het bij of krachtens de artikelen 15 en 21 van die wet bepaalde en bevolene.